Het wijzigen van instellingen
^ Schakel met de X/Y - toetsen de ver-
grendeling in of uit.
0: De vergrendeling is uitgeschakeld.
1: De vergrendeling is ingeschakeld.
^ Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgeno-
men. Symbool 0 knippert.
^ Tip de toets voor de instellingsmodus
aan om deze modus te verlaten.
Doet u dat niet, verlaat de elektronica
na ca. èèn minuut automatisch de in-
stellingsmodus.
Is de vergrendeling ingeschakeld,
brandt in het display 0.
30
Geluidssignalen )
Het apparaat beschikt over geluidssig-
nalen, nl. een toetssignaal en een zoe-
mer bij deuralarm.
Het toetssignaal en de zoemer bij deur-
alarm kunt u in- en uitschakelen.
Er zijn vier varianten. Vanuit de fabriek
is variant 3 ingesteld, d.w.z. toets-
signaal en deuralarm zijn ingeschakeld.
Het in- en uitschakelen van de ge-
luidssignalen
^ Tip de toets voor de instellingsmodus
aan.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instellingsmodus. Symbool 0
knippert.
^ Tip de temperatuurtoetsen (X en Y)
zo vaak aan, totdat in het display
symbool ) begint te knipperen.
^ Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge-
stelde variant. Symbool ) brandt.