Montage
Benodigde ruimte bij de montage
• Afstand (A) tussen tankwand en staaf- of kabelsondes:
• voor gladde metalen wanden: > 50 mm (2 in)
• voor kunststof wanden: > 300 mm (12 in) tot metalen delen buiten de tank
• voor betonnen wanden: > 500 mm (20 in), anders kan het toegestane meetbereik
verminderen.
• Afstand (B) tussen staafsondes en interne fittingen (3): > 300 mm (12 in)
• Bij gebruik van meer dan één Levelflex:
Minimum afstand tussen de sensorassen: 100 mm (3,94 in)
• Afstand (C) van het uiteinde van de sonde tot de bodem van de tank:
• Kabelsonde: > 150 mm (6 in)
• Staafsonde: > 10 mm (0,4 in)
5.1.2
Fixeren van de sonde
Fixeren van kabelsondes
C
A
Doorhanging kabel: ≥ 10 mm/(1 m sondelengte) [0.12 in/(1 ft sondelengte)]
B
Betrouwbaar geaard sonde-uiteinde
C
Betrouwbaar geïsoleerd sonde-uiteinde
1
Bevestiging met binnendraad of sondespangewicht
2
Geïsoleerde bevestigingsset
10
2
B
1
Levelflex FMP56, FMP57 PROFIBUS PA
Endress+Hauser
A0012609