4
Gebruik als telefoon
Telefoongesprekken voeren via een externe
telefoon
Als u een extern telefoontoestel aansluit op uw faxmachine, kunt u normale telefoongesprekken
voeren vanaf de faxmachine. Nummers kunnen met de hand worden gekozen, met de
directkiestoetsen of met de snelkiestoetsen.
U kunt ook de Pauze functie gebruiken. (Zie Pauze, pagina 27.)
Met de hand kiezen
Om een nummer met de hand te kiezen, toetst u gewoon het telefoonnummer in.
1
Neem de hoorn van de externe telefoon op.
2
Wacht totdat u de kiestoon hoort en gebruik vervolgens de normale kiestoetsen om het nummer
te kiezen.
3
Als u wilt ophangen legt u de hoorn weer neer.
Telefoonindex
U kunt zoeken naar namen die zijn opgeslagen in het geheugen voor directkiesnummers en
snelkiesnummers. (Zie Directkiesnummers opslaan, pagina 23 en Snelkiesnummers opslaan,
pagina 23.)
1
Neem de hoorn van de externe telefoon op.
2
Druk op Search/Speed Dial en voer vervolgens met de kiestoetsen de eerste letter in van de
naam die u wilt zoeken.
3
Druk op
of
4
Als u de gezochte naam hebt gevonden, drukt u op Fax Start om het nummer te kiezen.
5
Hang weer op als het gesprek is beëindigd.
Directkiezen
1
Neem de hoorn van de externe telefoon op.
2
Wacht totdat u de kiestoon hoort en druk vervolgens op de directkiestoets waaronder het te
kiezen nummer is opgeslagen. Als u directkiestoetsen 17-32 wilt gebruiken, moet u de toets
Shift ingedrukt houden en op de directkiestoets in kwestie drukken.
3
Als u wilt ophangen legt u de hoorn weer neer.
Als u een snelkies- of directkiestoets gebruikt waaraan nog geen nummer is
toegewezen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt op het LCD-scherm de
melding NIET OPGESLAGEN. Deze melding verdwijnt na 2 seconden.
om het geheugen op alfabetische volgorde af te zoeken.
35
Gebruik als telefoon