5
Steek de DIMM-modules in de daarvoor bestemde sleuf op de hoofdbesturingskaart.
• Houd de geheugenkaart aan de randen vast. Raak het oppervlak van de
kaart niet aan.
• Controleer dat de geheugenkaart goed op de hoofdbesturingskaart
vastzit.
6
Sluit de stekker van de reservebatterij weer aan.
7
Zet de afdekplaat en de achterklep weer met hun schroefjes vast.
8
Sluit de interfacekabel weer aan en steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
162
Hoofdstuk 20