Informatie voor beheerders
Een servercertificaat voor de printer configureren
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Certificaat.
2. Geef bij Servercertificaat op welk certificaat u wilt gebruiken.
❏ Zelfondertekend certificaat
Er is door de printer een zelfondertekend certificaat gegenereerd. Selecteer dit certificaat als u geen
certificaat gebruikt dat door een CA is ondertekend.
❏ CA-ondertekend Certificaat
Als u een door een CA ondertekend certificaat ophaalt en importeert, kunt u dit opgeven.
3. Klik op Volgende.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
4. Klik op OK.
De printer wordt bijgewerkt.
Gerelateerde informatie
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 309
&
"Een CA-ondertekend Certificaat configureren" op pagina 441
&
"Een zelfondertekend certificaat bijwerken" op pagina 444
&
Problemen met geavanceerd beveiliging oplossen
Problemen met het gebruik van netwerkbeveiligingsfuncties
Veilige IPP-poort kan niet worden gemaakt
Het juiste certificaat is niet opgegeven als servercertificaat voor SSL/TLS-communicatie.
Als het opgegeven certificaat niet correct is, kan het maken van een poort mislukken. Gebruik het juiste certificaat.
Het CA-certificaat is niet geïmporteerd op de computer die de printer benadert.
Als geen CA-certificaat is geïmporteerd op de computer, kan het maken van een poort mislukken. Importeer een
certificaat.
Gerelateerde informatie
"Een servercertificaat voor de printer configureren" op pagina 447
&
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
447
>
Problemen met geavanceerd beveiligin