Problemen oplossen
❏ Verwijder het doorzichtige zegel aan de onderkant van het inktpatroon niet; anders kan het inktpatroon
onbruikbaar worden.
❏ Raak de in de figuur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
❏ Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
❏ Vervang inktpatronen niet met de stroom uitgeschakeld. Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u
de printer beschadigen.
❏ Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u
mogelijk niet afdrukken.
❏ Zorg ervoor dat er altijd inktpatronen in de printer zijn geplaatst en schakel de printer niet uit tijdens het
vervangen van inktpatronen. Anders droogt de inkt uit die in de spuitkanaaltjes van de printkop achterblijft en
kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏ Als u een inktpatroon tijdelijk moet verwijderen, zorgt u dat u het inkttoevoergebied beschermt tegen vuil en
stof. Bewaar het inktpatroon op dezelfde plaats als de printer, met de inkttoevoerpoort naar beneden of naar de
zijkant. Bewaar inktpatronen niet met de inkttoevoerpoort naar boven. Omdat de inkttoevoerpoort is uitgerust
met een klep die is ontworpen om het vrijgeven van een teveel aan inkt tegen te houden, hoeft u zelf geen deksel
of dop te verschaffen.
❏ Bij verwijderde cartridges kan er inkt rondom de inkttoevoer zitten. Wees dus voorzichtig dat er geen inkt in de
omgeving van de cartridge wordt gemorst wanneer de cartridges worden verwijderd.
>
De inktcartridges moeten worden vervangen
>
Voorzorgsmaatregelen voor inktcartridges
238