Maak de ovenschalen schoon
alvorens ze voor de eerste keer te
gebruiken, om eventuele
productieresten te verwijderen.
3.2 Het gebruik van de kookplaat
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten.
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Het gebruik van de
inductieplaat gebeurt door middel van
sensortoetsen Touch-Control. Raak het
symbool op het oppervlak van
glaskeramiek lichtjes aan. Elke aanraking
wordt bevestigd door een geluidssignaal.
On/Off: voor de in- of uitschakeling
van de kookplaat.
Toename: vergroot het
vermogensniveau of verlengt de
bereidingsduur.
Afname: verlaagt het vermogensniveau
of verkort de bereidingsduur.
Zone links vooraan
Zone links achteraan
Zone rechts achteraan
Zone rechts vooraan
208
Gebruik
Houders die geschikt zijn voor
inductiekoken
De voor het inductiekoken gebruikte
houders moeten van metaal zijn en
beschikken over magnetische
eigenschappen en een bodem van
geschikte afmetingen.
Geschikte houders:
• Recipiënten van geëmailleerd staal met
dikke bodem.
• Houders van gietijzer met geëmailleerde
bodem.
• Houders van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte houders:
• Recipiënten van koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek
en terracotta.
Om te controleren of de pan geschikt is,
volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan geschikt voor een
inductiekookplaat. Als u niet over een
magneet beschikt, kunt u in het houder een
kleine hoeveelheid water gieten, het op
een kookzone plaatsen en de plaat
inschakelen.