Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
Aansluiting op de schoorsteen
Afhankelijk van de lucht in de
stookruimte B23
Aansluiting verbrandingsgassen op de
installatie voor de verbrandingsgassen.
Toepassingsmogelijkheden (onderdruk/
overdruk)
Installatie in de kelder
Luchttoevoer via de ruimte waarin de
installatie staat opgesteld
Afvoer van de verbrandingsgassen
via het dak
Afvoer verbrandingsgassen
Systeem voor luchttoevoer en
verbrandingsgassen
Voor de uitvoering van de installatie
voor de verbrandingsgassen moeten de
desbetreffende plaatselijke voor-
schriften worden gerespecteerd. De
compacte verwarmingscentrale van
STRATON mag uitsluitend in combi-
natie met toegelaten systemen voor de
verbrandingsgassen worden gebruikt.
Constructieve installaties voor de ver-
brandingsgassen moeten ongevoelig
zijn voor vochtigheid, corrosiebestendig
en condensaatdicht. Ze moeten ook
bestand zijn tegen statische krachten
en krachten die tijdens de werking ont-
staan. De verbrandingsgassen moeten
ongehinderd via de schoorsteen
kunnen worden afgevoerd (er wordt
daarom beter geen schoorsteenkap
gebruikt). De verbinding tussen de
schoorsteen en de compacte ver-
warmingscentrale moet met een helling
worden uitgevoerd (3%), zodat het
condensaat dat wordt gevormd, uit de
buis voor de verbrandingsgassen kan
terugvloeien. Deze verbinding moet zo
recht mogelijk worden uitgevoerd. In
de buis voor de verbrandingsgassen
12
Niet afhankelijk van de lucht in de
stookruimte C33x
Toevoer van lucht en afvoer van ver-
brandingsgassen via het dak in
hetzelfde drukbereik
Installatie in de kelder
Toevoersysteem voor de verbrandings-
gassen tot de schoorsteen voor de
verbrandingsgassen
Toevoer van lucht en afvoer van ver-
brandingsgassen via het dak
Inbouw in schoorsteen voor de afvoer
van verbrandingsgassen die niet
gevoelig is voor vocht
moeten inspectie-openingen worden
voorzien die aan de plaatselijke voor-
schriften voldoen.
De maximum temperatuur voor de
verbrandingsgassen is intern op 120°C
beveiligd.
In de compacte verbrandingscentrale
is een bij wijze van beveiliging een
temperatuurbegrenzer ingebouwd.
Er kan ook een systeem voor de ver-
brandingsgassen worden gebruikt dat
niet van de lucht in de stookruimte
afhankelijk is.
Leidingen voor de verbrandings-
gassen
Horizontale buizenstelsels moeten
worden vermeden, omdat die de
afzetting van condensaat in de hand
werken. Men moet ervoor zorgen dat
de verschillende componenten goed
op elkaar aansluiten.
Voor de montage moeten bochtstukken
van 45° worden gebruikt. De lood-
rechte delen moeten met behulp van
flenzen wordt vastgezet.
Niet afhankelijk van de lucht in de
stookruimte C63x
Aansluiting lucht en verbrandings-
gassen via afzonderlijk geteste en
geleverde leidingen voor de lucht en
voor de verbrandingsgassen
Installatie in de kelder of op de
verdieping
Toevoersysteem voor de lucht en
systeem voor de verbrandingsgassen
via de buitenmuur
Afvoerleiding voor de verbrandings-
gassen door geïsoleerde leiding voor
verbrandingsgassen of AZ-AW
Afvoerleiding (staande spouw) aan de
buitenmuur
De maximum toegelaten lengte wordt
per gebruikt bochtstuk korter:
Bochtstuk 90°: 1 meter
Bochtstuk 45°: 0,8 meter
Diameter leiding ver-
brandingsgassen Ø
80 mm PPS *
80/125 LAS **
100/150 **
*
afhankelijk van de lucht in de
stookruimte
**
niet afhankelijk van de lucht in
de stookruimte
Condensaat
De aansluiting van de afvoer van het
condensaat (achter de ketel) moet met
een helling naar de afvoer worden
geleid. Ook mag er in geen geval
vorstgevaar zijn.
Maximum
lengte
16 m
11 m
14 m
Advertenties
Inhoudsopgave
