Als het apparaat 3 minuten lang niet wordt gebruikt, schakelt het zichzelf automatisch
uit (uitschakelautomatisme). Bij opnieuw inschakelen verschijnt de lcd-weergave van het
hoofdmenu, waarbij het laatst gebruikte submenu knippert.
Als een toegestane toets wordt ingedrukt, klinkt een korte signaaltoon; bij het
indrukken van een niet-toegestane toets klinken twee korte signaaltonen.
7.2 Procedure voor de programma's 01
7.2 Procedure voor de programma
7.2 Procedure voor de programma
7.2 Procedure voor de programma
Kies uit de programmatabellen een programma dat geschikt is voor uw doel.
Plaats de elektroden op het toepassingsgebied en sluit ze aan op het apparaat. Daarbij
kunnen de plaatsingsvoorstellen u behulpzaam zijn.
Druk op de AAN/UIT-toets om het apparaat in te schakelen.
Navigeer door de submenu's (TENS/EMS/MASSAGE) door op MENU te drukken en bevestig uw
keuze met ENTER (afb. 1, voorbeeld van displayweergave TENS).
Kies met de UP/DOWN-toetsen het gewenste programma en bevestig dit met ENTER (afb. 2,
voorbeeld displayweergave TENS-programma nr. 01).
Kies daarna met de UP/DOWN-toetsen de totale behandelingstijd en bevestig dit met ENTER
(afb. 3, voorbeeld behandelingstijd 30 minuten).
Nu bevindt het apparaat zich in de wachtstand (afb. 4).
Druk op AAN/UIT om met de stimulatiebehandeling te beginnen. De weergave van de
werkingsstatus begint af te wisselen (afb. 5).
Kies de voor u meest aangename impulsintensiteit door op de toetsen CH 1+/CH 2+ te
drukken.
De weergave van de impulsintensiteit wordt dienovereenkomstig aangepast.
7.3 Procedure voor de TENS/EMS- - - - programma
7.3 Procedure voor de TENS/EMS
7.3 Procedure voor de TENS/EMS
7.3 Procedure voor de TENS/EMS
De programma's 11 tot en met 20 zijn vooringestelde programma's die u verder kunt
individualiseren. U hebt hierbij de mogelijkheid om de impulsfrequentie in te stellen.
Kies uit de programmatabellen een programma dat geschikt is voor uw doel.
Plaats de elektroden op het toepassingsgebied en sluit ze aan op het apparaat. Daarbij
kunnen de plaatsingsvoorstellen u behulpzaam zijn.
Druk op de AAN/UIT-toets om het apparaat in te schakelen.
Navigeer door de submenu's (TENS/EMS/MASSAGE) door op MENU te drukken en bevestig uw
keuze met ENTER (afb. 1, voorbeeld van displayweergave TENS).
UP/DOWN-toetsen het gewenste programma en bevestig dit met ENTER
Kies met de
(afb. 2, voorbeeld displayweergave TENS-programma nr. 11).
Kies met de UP/DOWN-toetsen de gewenste frequentie (Hz) voor cyclus 1 en
bevestig dit met ENTER (afb. 3). Herhaal deze procedure voor alle volgende cycli.
Om de frequentie-instelling te beëindigen, zet u de frequentie (Hz) na de laatst
benodigde cyclus op "--0" en drukt u op ENTER; alle frequentie-instellingen van
latere cycli worden automatisch op 0 gezet en dus niet meegenomen.
Tip: houd de ENTER-toets 2 seconden ingedrukt om de frequentie-instellingen
over te slaan en naar de behandelingsinstellingen te gaan. Ook in het geval dat u
alle 8 cycli nodig hebt, beëindigt u de frequentie-instelling door 2 seconden op
de ENTER-toets te drukken.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 3
s 01–10 TENS, EMS en MASSAGE (snels
s 01
s 01
10 TENS, EMS en MASSAGE (snelstart)
10 TENS, EMS en MASSAGE (snels
10 TENS, EMS en MASSAGE (snels
programma's 11
s 11- - - - 20 (individuele programma
20 (individuele programma's) s) s) s)
programma
programma
s 11
s 11
20 (individuele programma
20 (individuele programma
tart)
tart)
tart)