Inhoudsopgave
Advertenties
20 TENS-programma's
20 EMS-programma's
10 MASSAGE-programma's
Bij alle programma's bestaat de mogelijkheid om de toepassingsduur en voor elk van de beide
kanalen de impulsintensiteit afzonderlijk in te stellen.
Bovendien kunt u bij de TENS- en EMS-programma's 11-20 ook de impulsfrequentie van de
afzonderlijke cycli veranderen om de stimulatiewerking aan te passen aan de opbouw van het
toepassingsgebied.
Cycli zijn de verschillende sequenties waaruit de programma's bestaan. Zij volgen elkaar
automatisch op, verhogen de effectiviteit van de stimulatie op verschillende
spiervezeltypen en gaan snelle vermoeidheid van de spieren tegen.
De standaardinstellingen van de stimulatieparameters en aanwijzingen voor de plaatsing van
de elektroden voor TENS, EMS en MASSAGE vindt u in de volgende programmatabellen.
6.2 TENS
6.2 TENS
6.2 TENS
6.2 TENS- - - - programma
programma's s s s
programma
programma
Progr.- Nuttige toepassings-
Mogelijke
nr.
gebieden,
plaatsing van Cyclus 5
indicaties
elektroden
1 + 11 Nekpijn,
01,02,13
hoofdpijn door spanning
2 + 12 Rugpijn
03,04,05,
06,15,23
3 + 13 Pijn in schouders
07,14
4 + 14 Pijn door
Zie
reumatoïde artritis
aanwijzing
5 + 15 Lumbale
22
klachten
6+ 16
Menstruatie-
08
klachten
7 + 17 Pijnprogramma I
Zie
aanwijzing
8+ 18
Knieklachten,
09, 10
klachten aan sprongge-
wricht, kapselklachten
9+ 19
Pijnprogramma II
Zie
(Burst)
aanwijzing
10+20 Pijnprogramma III
Zie
(Burst)
aanwijzing
On-time (sec.) = cyclusinschakeltijd in seconden (contractie) – Off-time (sec.) =
cyclusuitschakeltijd in seconden (ontspanning)
Tip: de elektrodepositie moet het pijnlijke gebied omsluiten. Bij pijnlijke spiergroepen
worden de elektroden rondom de betreffende spier gegroepeerd.
Bij gewrichtspijn moet het gewricht aan de voor- en achterzijde van het gewricht en, als
de elektrodenafstanden het toelaten, aan de rechter- en linkerzijde van het gewricht door
elektroden worden omringd. De elektrodenafstand mag niet kleiner zijn dan 5 cm en niet
groter dan 15 cm.
Neem afbeeldingen 9 en 10 in acht, die gelden voor het knie- en spronggewricht.
Burst-programma's zijn geschikt voor alle soorten toepassingen waarbij een wisselend
signaalpatroon moet worden gebruikt (voor een zo klein mogelijke gewenning).
Cyclus 1
Cyclus 2
Cyclus 6
Breed
Breedt
Fre-
On
Oft
te
e
quenti
(µ)
Time Time
(µ)
e
(Hz)
(sec.) (sec.)
250
4
30
0
250
250
6
20
0
250
250
6
30
0
250
250
10
20
0
250
250
2
10
0
250
250
60
20
0
250
250
80
20
0
250
250
70
4
0
250
250
40
30
0
250
250
4
30
0
250
250
8
30
0
250
250
40
5
0
250
250
75
0,25
0,25
250
250
100
0,25
0,25
Cyclus 3
Cyclus 7
Breedt
Fre-
On
Oft
Fre-
e
quenti
quenti
Time Time
(µ)
e
e
(Hz)
(sec.) (sec.)
(Hz)
4
30
0
250
5
6
20
0
250
8
6
30
0
250
8
10
20
0
4
8
0
250
6
70
20
0
250
80
80
20
0
250
75
65
4
0
45
30
0
250
55
4
20
0
250
6
8
20
0
250
10
6
10
0
250
50
2
0,5
0
Cyclus 4
Cyclus 8
Breedt
On
Oft
Fre-
On
e
quenti
Time Time
(µ)
Time Time
e
(sec.) (sec.)
(Hz)
(sec.) (sec.)
30
0
250
5
30
30
0
250
8
30
20
0
250
8
20
6
0
30
0
250
80
30
4
0
250
10
20
30
0
250
60
30
30
0
250
6
20
30
0
250
10
20
5
0
Oft
0
0
0
0
0
0
0
0
Advertenties
Inhoudsopgave
