Opmerking
De camera kan scherpstellen zolang het AF-hulplicht het onderwerp bereikt, ongeacht of het
licht het midden van het onderwerp bereikt.
U kunt [
AF-hulplicht] niet gebruiken in de volgende situaties:
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie [iDraaipanorama]
Wanneer [Scènekeuze] is ingesteld op [Landschap], [Geavanc. sportopn.], [Nachtscène], [Huisdieren]
of [Vuurwerk].
Wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Breed], wordt het AF-bereikzoekerframe
aangegeven met een stippellijn.
Het AF-hulplicht zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen gezondheidsrisico's
bestaan, mag u niet van dichtbij rechtstreeks in het AF-hulplicht kijken.
[46] Hoe te gebruiken
Belichtingscompensatieknop
Uitgaande van de belichtingswaarde die is ingesteld door de automatische belichtingsfunctie,
kunt u het gehele beeld helderder of donkerder maken als u [Belicht.comp.] verandert naar de
pluskant respectievelijk de minkant (belichtingscompensatie). Normaal gesproken wordt de
belichting automatisch ingesteld (automatische belichting).
1. Draai de belichtingscompensatieknop.
Opmerking
U kunt voor bewegende beelden de belichting instellen binnen een bereik van −2,0 EV tot
+2,0 EV.
De opnamefuncties gebruiken
Belichting instellen