2. Druk op de onderkant van het besturingswiel om de sluitertijd of diafragmawaarde te
selecteren, en draai daarna het besturingswiel om een waarde te selecteren.
Controleer de belichtingswaarde bij "MM" (gemeten handmatig).
Naar +: Beelden worden helderder.
Naar − : Beelden worden donkerder.
0: Juiste belichting geanalyseerd door het apparaat
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
[ISO AUTO] kan niet worden geselecteerd voor [ISO] in de handmatige belichtingsfunctie.
In de handmatige belichtingsfunctie is onder [ISO AUTO] de instelling [ISO] ingesteld op de
minimale ISO-gevoeligheid. Verander de ISO-waarde zo nodig naar de gewenste instelling.
Als de hoeveelheid omgevingslicht buiten het meetbereik van gemeten handmatig valt,
knippert het pictogram voor gemeten handmatig.
Het pictogram
belichtingsfunctie.
De helderheid van het beeld op de monitor kan verschillen van die van het beeld dat in
werkelijkheid wordt opgenomen.
[22] Hoe te gebruiken
Geheug.nr. oproep.
Hiermee kunt u een beeld opnemen nadat veelgebruikte functies of camera-instellingen zijn
opgeroepen die van tevoren werden geregistreerd.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand MR (Geheug.nr. oproep.).
2. Druk op de linker-/rechterkant van het besturingswiel of draai het besturingswiel om het
gewenste nummer te selecteren, en druk daarna op
Opmerking
Registreer opname-instellingen van tevoren met [Geheugen].
Als u [Geheug.nr. oproep.] instelt na het voltooien van de opname-instellingen, krijgen de
geregistreerde instellingen voorrang en kunnen de oorspronkelijke instellingen ongeldig
worden. Controleer de indicators op het scherm voordat u opneemt.
(SteadyShot-waarschuwing) wordt niet afgebeeld in de handmatige-
Opnemen
Een opnamefunctie selecteren
in het midden.