Gebruiks- en onderhoudsinstructies - Onderhoud en verzorging van de snijgarnituur
Zaagketting slijpen
Zoals elk snijwerktuig staat de zaagketting bloot aan natuurlijke slijtage. Als de zaagketting goed
scherp staat, krijgt u de beste resultaten van uw motorzaag.
Symptomen van een stompe of niet correct geslepen zaagketting:
o slechte zaagprestaties en meelvormig spaanderafval ! zaagketting stomp.
o Spaanderdikte te klein ! afstand van diepteaanslag te klein.
o Spaanderdikte te groot en meer terugslagen ! afstand van diepteaanslag te groot.
o Zaag trekt opzij in de snede ! zaagketting ongelijkmatig scherp
o Optisch herkenbare beschadigingen aan de snijvlakken
Om een zaagketting correct te slijpen, is ervaring vereist. Als u niet zeker bent, dient u de zaagketting
te laten controleren en eventueel bijslijpen in een gespecialiseerde werkplaats. Volgende informatie is
enkel bedoeld voor de geoefende gebruiker of voor de gespecialiseerde werkplaats.
Om te slijpen moet een speciale ronde kettingvijl van de juiste diameter worden gebruikt. Normale
ronde vijlen zijn niet geschikt.
Code
Steek - ''
21BP...
.325''
21LP...
.325''
73LP...
3/8''
73D, DP...
3/8''
Vijlrichting: 10° opw
21BP..., 21LP...,73LP...
Leg de vijlhouder op het tanddak. De vijl mag enkel tijdens de voorwaartse
streek grijpen. Til de vijl op als u ze achteruit trekt.
α
Eerst wordt de kortste snijtand geslepen. De lengte van die tand vormt dan het
referentiepunt voor alle andere tanden van de zaagketting. Alle snijkanten
moeten even lang zijn.
Vijl eerst alle snijkanten van een zijde van binnen naar buiten, daarna alle
snijkanten aan de andere zijde. Vijl beschadigingen altijd volledig weg uit de zijplaat en het tanddak.
Correctie van de diepteaanslag:
De afstand b tussen de diepteaanslag (ronde nok) en de snijkant bepaalt de
spaanderdikte. Controleer de afstand van de diepteaanslag bij elke slijpbeurt.
Leg de mal van de diepteaanslag op de snijkanten. Als de diepteaanslag
uitsteekt, het uitstekende gedeelte afvijlen met de platte vijl.
Rond de voorkant van de diepteaanslag af. De oorspronkelijke vorm moet worden
hersteld.
Voor uw veiligheid: Als u tijdens het vijlen de ketting wenst door te trekken, trekt u de ketting
met een schroevendraaier vooruit naar de zaagbladtop. Zo vermindert u het risico van weg te
glijden.
Vijlen Ø - mm / ''
3
4,8 /
/
16
3
4,8 /
/
16
7
5,5 /
/
32
7
5,5 /
/
32
Met een vijlhouder kan de vijl gemakkelijker worden
geleid. Een vijlhouder is voorzien van markeringen voor
de correcte slijphoek (markeringen parallel met de
zaagketting houden) en begrenst de inzinkdiepte (4/5
vijldiameter)
Opgelet! Een te grote afstand verhoogt het risico op terugslagen!
Vijlhoek α
Afstand diepteaanslag b - mm / ''
30°
25°
25°
35°
Vijlrichting: 0° horzt.
73D, DP...
0,64 / .025
0,64 / .025
0,64 / .025
0,64 / .025
NEDERLANDS 33
N
E
D