Functies gebruiken met de Fn-knop
Fn (Functie)-knop
Instellingen uitvoeren of functies selecteren die relatief vaak worden gebruikt.
1 Druk op de Fn (functie)-knop.
2 Selecteer een gewenste functie door op de
rechter-/linkerkant van het besturingswiel te
drukken.
Of raak de gewenste functie aan om deze te
wijzigen (alleen NEX-5R).
3 Selecteer de gewenste instelling door het
besturingswiel te draaien. Of raak de
gewenste instelling aan (alleen NEX-5R).
Andere functies toewijzen aan de Fn (functie)-knop
z
De volgende functies zijn in de standaardinstellingen toegewezen aan de Fn (functie)-knop.
(AF/MF-selectie)/
(Lichtmeetfunctie)/
U kunt de functies veranderen die zijn toegewezen aan Fn (functie)-knop door MENU t
[Instellingen] t [Instellingn functiemenu] te selecteren.
Quick Navi (alleen NEX-6) gebruiken
Als de weergave-instelling is ingesteld op [Voor zoeker], kunt u het scherm omschakelen
naar het Quick Navi-scherm door op de Fn (functie)-knop te drukken.
Selecteer op het Quick Navi-scherm het onderdeel dat u wilt veranderen om het
instelscherm te openen.
1 Druk herhaaldelijk op DISP (inhoud
weergeven) op het besturingswiel tot het
scherm is ingesteld op [Voor zoeker].
2 Druk op de Fn (functie)-knop om over te
schakelen naar het Quick Navi-scherm.
3 Selecteer het gewenste onderdeel waarvan u de instelling wilt
veranderen.
Druk op het midden van het besturingswiel om het instelscherm van het geselecteerde
onderdeel te openen.
Opmerkingen
• De instelling van de onderdelen die grijs gekleurd zijn kan niet worden veranderd.
(Autom. scherpst.)/
(Foto-effect)
Fn
(Functie)-
knop
(AF-gebied)/
(Witbalans)/
NL
63