Tips voor het opnemen van een stilstaand beeld van
z
een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
Scherpstellingsind
icator
z brandt
brandt
brandt
z knippert
• Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende situaties:
– Het is donker en het onderwerp is ver weg.
– Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
– Het onderwerp is zichtbaar door glas heen.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Het onderwerp reflecteert licht, bijvoorbeeld een spiegel of heeft glimmende oppervlakken.
– Het onderwerp knippert.
– Het onderwerp wordt van achteren belicht.
Stilstaande beelden opnemen met behulp van
aanraakbediening (aanraaksluiterfunctie) (alleen
NEX-5R)
De camera stelt automatisch scherp en ontspant de sluiter wanneer u het onderwerp op
het scherm aanraakt waarop u wilt scherpstellen. U kunt aanraaksluiterfunctie gebruiken
wanneer op het MENU het onderdeel [Aanraaksluiter] is ingesteld op [Aan].
1 Raak
(Aanraaksluiter UIT) aan op het
scherm.
• Het pictogram verandert naar
de aanraaksluiteropname is beschikbaar.
2 Richt de camera op het onderwerp en raak
daarna op het scherm het onderwerp aan
waarop u wilt scherpstellen.
• Het gebied van de automatische scherpstelling wordt
aangegeven waar u het scherm aanraakte. Nadat de
scherpstelling is bevestigd, neemt de camera automatisch
een beeld op.
Wanneer de camera niet automatisch op het onderwerp kan
scherpstellen, knippert de scherpstellingsindicator. Maak
opnieuw een compositie van de opname of kies een andere
instelling voor het scherpstellen.
Scherpstellingsindicator
Status
Scherpstelling is vergrendeld.
Scherpstelling is bevestigd. Het scherpstelpunt beweegt doordat
het een bewegend onderwerp volgt.
Scherpstelling wordt uitgevoerd.
Kan niet scherpstellen.
(Aanraaksluiter AAN) en
NL
38
Vervolg r