Op TV bekijken
Als de camera niet is aangesloten op een televisie met behulp van een HDMI-kabel, kunt
u beelden bekijken op een netwerk-compatibele televisie door de beelden over te
brengen vanaf de camera.
1 MENU t [Afspelen] t [Op TV bekijken] t gewenste apparaat dat
moet worden aangesloten.
2 Als u beelden wilt weergeven door middel
van een diavoorstelling, selecteert u
Om beelden handmatig weer te geven, drukt u op de
rechter-/linkerkant van het besturingswiel.
Om het apparaat dat u wilt aansluiten te veranderen,
selecteert u OPTION en selecteert u [Appraatlijst].
Instellingen voor diavoorstellingen
U kunt de instellingen voor de diavoorstelling veranderen door op OPTION te drukken.
Keuze afspelen
Interval
Effecten
*
* De instellingen werken alleen op een BRAVIA-televisie die compatibel is met de functies.
Opmerkingen
• U kunt deze functie gebruiken op een televisie die DLNA-renderer ondersteunt.
• U kunt beelden bekijken op een Wi-Fi Direct-compatibele televisie of netwerk-compatibele televisie
(inclusief kabeltelevisie).
• Als u een Wi-Fi Direct-compatibele televisie gebruikt, kunt u beelden bekijken, ook als de televisie niet is
verbonden met een netwerk.
• Als u de camera aansluit op een televisie, maar niet Wi-Fi Direct gebruikt, moet u het accesspoint eerst
registreren in de camera (pagina's 200 en 201).
• De beelden weergeven op de televisie kan enige tijd duren.
• Bewegende beelden kunnen niet op de televisie worden weergegeven met Wi-Fi. Gebruik een HDMI-
kabel (los verkrijgbaar).
.
Selecteert de groep beelden die moet worden weergegeven.
Selecteer [Alle Beelden in Het Apparaat] of [Alles in map].
Selecteer [Kort] of [Lang].
Selecteer [Aan] of [Uit].
NL
126