Belicht.comp.
U kunt de belichting instellen in stapjes van 1/3 EV binnen het bereik van –3,0 EV t/m
+3,0 EV.
1
(Belicht.comp.) op het besturingswiel t gewenste waarde.
Of MENU t [Helderheid/ kleur] t [Belicht.comp.] t gewenste waarde.
Opmerkingen
• U kunt [Belicht.comp.] niet gebruiken in combinatie met de volgende functies:
– [Slim automatisch]
– [Superieur automatisch]
– [Scènekeuze]
– [Handm. belichting]
• U kunt de belichting instellen binnen het bereik van –2,0 EV t/m +2,0 EV voor bewegende beelden.
• Als u een onderwerp vastlegt in uiterst heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, zult u misschien geen bevredigend resultaat kunnen bereiken.
• Ondanks dat u de belichting kunt instellen tussen –3,0 EV en +3,0 EV, verschijnt op het scherm tijdens
de opname slechts een waarde tussen –2,0 EV en +2,0 EV met de bijbehorende beeldhelderheid. Als u
een belichting instelt die buiten dit bereik valt, toont de helderheid op het scherm het effect niet, maar dat
wordt wel weergegeven in het vastgelegde beeld.
De belichting instellen voor mooiere beelden
z
• Om onderwerpen op te nemen met helderdere kleuren, stelt u de belichtingscompensatie
in naar de + kant.
Om foto's van voedsel aantrekkelijker te laten lijken, neemt u het voedsel iets helderder
op dan gebruikelijk en probeert u een witte achtergrond te gebruiken.
• Als u een blauwe lucht met levendige kleuren wilt opnemen, stelt u de
belichtingscompensatie in naar de – kant.
Overbelicht = te veel licht
Witachtig beeld
m
Stel [Belicht.comp.] in naar –.
Juiste belichting
M
Stel [Belicht.comp.] in naar +.
Onderbelicht = te weinig licht
Donkerder beeld
NL
53