#
Code
[9.8.3]
[D-05]
Pomp toegestaan:
▪ 0 Nee: Pomp uit
▪ 1 Ja: Geen beperking
Gebruik NIET 1 of 3.
[D‑00]
Back-upverwarming
0
Gedwongen UIT
2
Toegestaan
De besturing energieverbruik
Besturing energieverbruik
Zie
"5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen" op
pagina 11
voor meer informatie over deze functie.
#
Code
[9.9.1]
[4-08]
Besturing energieverbruik:
▪ 0 Nee: Uitgeschakeld.
▪ 1 Continu: Geactiveerd: U kunt één
vermogengrenswaarde (in A of kW)
instellen om aan te gegeven dat het
energieverbruik van het systeem
altijd tot deze waarde beperkt zal
worden.
▪ 2 Input: Geactiveerd: U kunt tot vier
verschillende
vermogengrenswaarden (in A of kW)
instellen om aan te gegeven dat het
energieverbruik van het systeem tot
deze waarden beperkt zal worden
wanneer
digitale ingang vraagt.
[9.9.2]
[4-09]
Type:
▪ 0 Amp:De grenswaarden worden in
A ingesteld.
▪ 1 kW: De grenswaarden worden in
kW ingesteld.
Beperking wanneer [9.9.1]=Continu en [9.9.2]=Amp:
#
Code
[9.9.3]
[5-05]
Limiet: Alleen van toepassing in het
geval van een voltijdse
stroombeperking.
0 A~50 A
Beperkingen wanneer [9.9.1]=Input en [9.9.2]=Amp:
#
Code
[9.9.4]
[5-05]
Limiet 1: 0 A~50 A
[9.9.5]
[5-06]
Limiet 2: 0 A~50 A
[9.9.6]
[5-07]
Limiet 3: 0 A~50 A
[9.9.7]
[5-08]
Limiet 4: 0 A~50 A
Beperking wanneer [9.9.1]=Continu en [9.9.2]=kW:
#
Code
[9.9.8]
[5-09]
Limiet: Alleen van toepassing in het
geval van een voltijdse
vermogenbeperking.
0 kW ~ 20 kW
Beperkingen wanneer [9.9.1]=Input en [9.9.2]=kW:
EPGA11~16DAV3 + EAVH/X16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556070-1 – 2019.02
Beschrijving
Compressor
Gedwongen UIT
Beschrijving
de
overeenstemmende
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
#
Code
[9.9.9]
[5-09]
Limiet 1: 0 kW~20 kW
[9.9.A]
[5-0A]
Limiet 2: 0 kW~20 kW
[9.9.B]
[5-0B]
Limiet 3: 0 kW~20 kW
[9.9.C]
[5-0C]
Limiet 4: 0 kW~20 kW
Prioritaire verwarming
#
Code
[9.9.D]
[4-01]
Besturing energieverbruik
UITGESCHAKELD [4-08]=0
▪ 0 Geen: de back-upverwarming en
de
gelijktijdig werken.
▪ 1
boosterverwarming heeft voorrang.
▪ 2 Back-upverwarming: De back-
upverwarming heeft voorrang.
Besturing energieverbruik
INGESCHAKELD [4‑08]=1/2
▪ 0 Geen: afhankelijk van het niveau
van de vermogenbeperking zal de
boosterverwarming
worden
upverwarming beperkt wordt.
▪ 1
van
vermogenbeperking zal de back-
upverwarming eerst beperkt worden
vooraleer
beperkt wordt.
▪ 2
van
vermogenbeperking
boosterverwarming
worden
upverwarming beperkt wordt.
Let op: Als de besturing energieverbruik UITGESCHAKELD is (voor
alle modellen), bepaalt de instelling [4‑01] of de back-upverwarming
en de boosterverwarming gelijktijdig kunnen werken, of als de
boosterverwarming/back-upverwarming voorrang heeft op de back-
upverwarming/boosterverwarming.
Als de besturing energieverbruik INGESCHAKELD is, bepaalt de
instelling [4‑01] de voorrang van de elektrische verwarmingen in
functie van de toepasselijke beperking.
De energiemeting
Energiemeting
Als de energiemeting via externe energiemeters gebeurt, configureer
de instellingen dan zoals hierna beschreven. Selecteer de
pulsfrequentieoutput van elke energiemeter conform de specificaties
van de energiemeters. Er kunnen tot 2 energiemeters met
verschillende pulsfrequenties aangesloten worden. Als slechts
1 energiemeter of zelfs geen energiemeter wordt gebruikt, selecteer
dan "Geen" om aan te geven dat de overeenstemmende pulsinput
NIET gebruikt wordt.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
Beschrijving
Beschrijving
boosterverwarming
kunnen
Boosterverwarming:
De
eerst
beperkt
vooraleer
de
back-
Boosterverwarming:
afhankelijk
het
niveau
van
de
de
boosterverwarming
Back-upverwarming:
afhankelijk
het
niveau
van
de
zal
de
eerst
beperkt
vooraleer
de
back-
69