Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatieplaats Voorbereiden; Een Externe Temperatuursensor Opstellen; Voorbereiding; Overzicht: Voorbereiding - Daikin Altherma EPGA11DAV3 Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Lage-temperatuur-split
Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma EPGA11DAV3:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Voorbereiding

b
Volle werking van de buitenunit
c
Stap 1 back-upverwarming AANgezet
5.7
Een externe temperatuursensor
opstellen
U kunt 1 externe temperatuursensor aansluiten. Deze kan dan de
binnen- of buitenomgevingstemperatuur meten. Daikin adviseert een
externe temperatuursensor in de volgende gevallen te gebruiken:
Binnenomgevingstemperatuur
▪ Wanneer een kamerthermostaat de temperatuur regelt, dan meet
de gebruikersinterface die als kamerthermostaat wordt gebruikt
(BRC1H) de binnenomgevingstemperatuur. Daarom moet de
gebruikersinterface die wordt gebruikt als kamerthermostaat op
een plaats geplaatst worden:
▪ Waar de gemiddelde temperatuur in de kamer gedetecteerd
kan worden
▪ Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
▪ Dit betekent: NIET in de nabijheid van een warmtebron
▪ Dit betekent: NIET door buitenlucht of tocht door bijv. het
openen/sluiten van deuren
▪ Indien
dit
NIET
mogelijk
afstandsbinnensensor aan te sluiten (optie KRCS01-1).
▪ Opstelling:
voor
de
installatiehandleiding van de afstandsbinnensensor.
▪ Configuratie: selecteer kamersensor [9.B].
Buitenomgevingstemperatuur
▪ De buitenomgevingstemperatuur wordt in de buitenunit gemeten.
Daarom moet de buitenunit op een plaats geplaatst worden:
▪ Langs de noordkant van het huis of langs de kant van het huis
waar zich de meeste warmteafgevers bevinden
▪ Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
▪ Indien
dit
NIET
mogelijk
afstandsbuitensensor aan te sluiten (optie EKRSCA1).
▪ Opstelling:
voor
de
installatiehandleiding van de afstandsbuitensensor.
▪ Configuratie: selecteer buitensensor [9.B].
▪ Wanneer de energiespaarfunctie van de buitenunit actief is (zie
"8  Configuratie"  op pagina 
43), wordt de buitenunit lager gezet
om de stand-by-energieverliezen te beperken. Hierdoor wordt de
buitenomgevingstemperatuur NIET gelezen.
▪ Als de gewenste aanvoerwatertemperatuur weersafhankelijk is, is
het belangrijk de buitentemperatuur continu te meten. Dit is een
andere
reden
om
de
optionele
omgevingstemperatuur te plaatsen.
INFORMATIE
De gegevens (waarvan het gemiddelde genomen wordt of
de ogenblikkelijke gegevens) van de externe buitensensor
voor de omgevingstemperatuur worden gebruikt in de
weersafhankelijke regelgrafieken en in de logica gebruikt
om automatisch over te schakelen tussen verwarming en
koeling. Om de buitenunit te beschermen wordt steeds de
interne sensor van de buitenunit gebruikt.
6
Voorbereiding
6.1

Overzicht: Voorbereiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten alvorens u ter plaatse gaat.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
is,
adviseert
Daikin
een
installatie-instructies,
zie
is,
adviseert
Daikin
een
installatie-instructies,
zie
buitensensor
voor
Het bevat informatie over:

▪ Installatieplaats voorbereiden

▪ Waterleiding voorbereiden
▪ Elektrische bedrading voorbereiden
6.2
Installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, MOET de unit worden
afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
6.2.1
Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
de
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake afstanden (zie
"Ruimte voor service: Buitenunit" in het hoofdstuk "Technische
gegevens").
OPMERKING
▪ Stapel de units NIET op elkaar op.
▪ Hang de unit NIET aan een plafond.
Hevige wind (≥18  km/u) die tegen de luchtuitlaat van de buitenunit
blaast, veroorzaakt kortsluiting (luchtaanzuiging of -uitblaas). Dit kan
de volgende gevolgen met zich meebrengen:
de
▪ een vermindering van de capaciteit in bedrijf;
▪ een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het
verwarmen;
▪ stilvallen door een te lage of een te hoge druk;
▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de
ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na
een tijdje breken).
Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de
luchtuitlaat aan wind blootgesteld is.
de
Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtuitlaat naar de muur
gericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
b
b
a
EPGA11~16DAV3 + EAVH/X16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556070-1 – 2019.02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave