6 Sluit de kabels opnieuw aan op het paneel van de
gebruikersinterface.
7 Plaats het paneel van de gebruikersinterface terug.
OPMERKING
Wanneer u het deksel van de binnenunit sluit, let op dat u
het aanhaalkoppel 4,1 N•m NIET overtreft.
8
Configuratie
8.1
Overzicht: Configuratie
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem
na installatie ervan te configureren.
Waarom
Indien u het systeem NIET correct configureert, kan het zijn dat het
NIET als verwacht werkt. De configuratie heeft invloed op de
volgende zaken:
▪ De berekeningen van de software
▪ Wat u op de gebruikersinterface kunt zien en doen
Hoe
U kunt het systeem via de gebruikersinterface configureren.
▪ Eerste
maal
–
Configuratiewizard.
gebruikersinterface (via de binnenunit) voor de eerste maal AAN-
zet, start de configuratiewizard om u te helpen het systeem te
configureren.
▪ Start de configuratiewizard opnieuw op. Als het systeem reeds
is geconfigureerd, kunt u de configuratiewizard opnieuw opstarten.
Om de configuratiewizard opnieuw op te starten, gaat u naar
Installateursinstellingen > Configuratie assistent. Voor toegang tot
de Installateursinstellingen, zie
commando's bereiken" op
pagina 43.
▪ Nadien. Indien nodig kunt u wijzigingen uitvoeren aan de
configuratie in de menustructuur of de overzichtsinstellingen.
INFORMATIE
Wanneer
de
configuratiewizard
gebruikersinterface een overzichtsscherm weergeven en
vragen om te bevestigen. Na bevestiging zal het systeem
opnieuw opstarten en zal het startscherm worden
weergegeven.
Toegang tot de instellingen – Legende voor tabellen
U
hebt
op
twee
verschillende
installateurinstellingen. Beide manieren geven echter GEEN toegang
tot alle instellingen. Indien dit het geval is, staat N.v.t. (Niet van
toepassing) in de betreffende kolommen van de tabellen in dit
hoofdstuk.
Manier
Instellingen bereiken via de verwijzing in de
menustructuur. Om verwijzingen te
activeren drukt u op de knop
in het
startscherm.
Instellingen bereiken via de code in het
overzicht lokale instellingen.
Zie ook:
▪
"De installateurinstellingen weergeven" op pagina 43
▪
"8.6
Menustructuur:
Overzicht
pagina 74
EPGA11~16DAV3 + EAVH/X16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556070-1 – 2019.02
Wanneer
u
de
"8.1.1 De meest gebruikte
klaar
is,
zal
de
manieren
toegang
tot
de
Kolom in tabellen
#
Code
installateurinstellingen"
op
8.1.1
De meest gebruikte commando's bereiken
Het gebruikertoegangsniveau wijzigen
U kunt het gebruikertoegangsniveau als volgt wijzigen:
1 Ga naar [B]: Gebruikersprofiel.
2 Voer de toepasselijke code voor de
gebruikertoegang in.
▪ Verplaats de cursor van links naar rechts.
▪ Blader door de lijst van cijfers en wijzig het
geselecteerde cijfer.
▪ Bevestig de pincode en ga verder.
Pincode installateur
De pincode voor Installateur is 5678. Bijkomende menu-items en
installateurinstellingen zijn nu beschikbaar.
Installateur
5678
Pincode gevorderde eindgebruiker
De pincode voor Gevorderde gebruiker is 1234. Bijkomende menu-
items voor de gebruiker zijn nu zichtbaar.
Pincode gebruiker
De pincode voor Gebruiker is 0000.
De installateurinstellingen weergeven
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
2 Ga naar [9]: Installateursinstellingen.
Een overzichtsinstelling wijzigen
Voorbeeld: Wijzig [1‑01] van 15 naar 20.
Alle instellingen kunnen worden uitgevoerd via de menustructuur.
Als het om een of andere reden nodig is om een instelling te wijzigen
met
behulp
van
de
overzichtsinstellingen als volgt toegankelijk:
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 43.
2 Ga naar [9.I]: Installateursinstellingen > Overzicht
instellingen.
3 Draai aan de linkse draaiknop om het eerste deel
van de instelling te selecteren en bevestig door de
draaiknop in te drukken.
00
05
0A
0
01
06
0B
1
02
07
0C
2
03
08
0D
3
04
09
0E
4 Draai aan de linkse draaiknop om het tweede deel
van de instelling te selecteren
00
05
0A
01 15
06
0B
1
02
07
0C
03
08
0D
04
09
0E
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
—
overzichtsinstellingen,
zijn
—
de
43