8 Configuratie
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[3.8.1]
[9-05]
Minimum instelpunt verwarming:
15°C~37°C
[3.8.2]
[9-06]
Maximum instelpunt verwarming
▪ [2‑0C]=2 (type afgever secundaire
zone = radiator)
37°C~60°C
▪ Anders: 37°C~55°C
[3.8.3]
[9-07]
Minimum instelpunt koeling: 5°C~18°C
[3.8.4]
[9-08]
Maximum instelpunt koeling: 8°C~22°C
Bediening
Het regelingstype wordt hier weergegeven, maar kan niet worden
aangepast. Het wordt bepaald door het regelingstype van de
primaire zone. Voor meer informatie over deze functie, zie
"8.4.3 Primaire zone" op
pagina 50.
#
Code
[3.9]
Nvt
Bediening
▪ Vertrekwater als het regelingstype van
de primaire zone Vertrekwater is.
▪ Externe kamerthermostaat als het
regelingstype van de primaire zone
Externe
Kamerthermostaat is.
Thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling. Voor
meer informatie over deze functie, zie
pagina 50.
#
Code
[3.A]
[C‑06]
Externe kamerthermostaattype voor de
secundaire zone:
▪ 1: 1 contact. Aangesloten op slechts 1
digitale ingang (X2M/35a)
▪ 2: 2 contacten. Aangesloten op 2
digitale
X2M/35a)
Aanvoerwatertemperatuur: Delta T
Voor meer informatie, zie
"8.4.3 Primaire zone" op
#
Code
[3.B.1]
[1-0C]
Delta T verwarming: er moet een
minimaal temperatuurverschil zijn voor
de goede werking van de
warmteafgevers in de
verwarmingsmodus.
▪ Als [2-0D]=2, dan is die vastgesteld op
8°C
▪ Anders: 3°C~10°C
[3.B.2]
[1-0E]
Delta T koeling: er moet een minimaal
temperatuurverschil zijn voor de goede
werking van de warmteafgevers in de
koelmodus.
▪ 3°C~10°C
Uitgebreide handleiding voor de installateur
56
Beschrijving
Beschrijving
kamerthermostaat
of
"8.4.3 Primaire zone" op
Beschrijving
ingangen
(X2M/34a
en
pagina 50.
Beschrijving
8.4.5
Ruimteverwarming/-/koeling
Over de bedrijfsmodi
Afhankelijk van het model van uw warmtepomp moet u aan uw
systeem zeggen welke bedrijfsmodus gebruikt moet worden:
verwarming of koeling.
Indien een ...-model
van
warmtepomp geplaatst
werd
Verwarming/koeling
Het systeem kan een ruimte verwarmen
en afkoelen. U moet aan het systeem
zeggen welke bedrijfsmodus gebruikt
moet worden.
Verwarming alleen
Het systeem kan een ruimte verwarmen,
maar NIET afkoelen. U hoeft NIET aan
het systeem te zeggen welke
bedrijfsmodus gebruikt moet worden.
Bepalen of een warmtepomp voor verwarming/koeling geplaatst
werd
1 Ga naar [4]: Ruimteverwarming/-koeling.
2 Controleer of [4.1] Bedrijfmodus wordt vermeld en
kan worden bewerkt. Als dat zo is, dan werd
een warmtepomp voor verwarming/koeling geplaatst.
Om aan het systeem te zeggen welk ruimtebedrijf te gebruiken, kunt
u het volgende doen:
U kunt...
Nagaan welke bedrijfsmodus momenteel in
gebruik is.
Stel de ruimtebedrijfsmodus permanent in.
Beperk automatisch omschakelen volgens
een maandelijks programma.
Nagaan welke bedrijfsmodus momenteel in gebruik is
De bedrijfsmodus wordt weergegeven op het startscherm:
▪ Als de unit in de verwarmingsmodus staat, wordt het
getoond.
▪ Als de unit in de koelmodus staat, wordt het
De statusindicator geeft aan of de unit momenteel in bedrijf is:
▪ Wanneer de unit niet in bedrijf is, toont de statusindicator een
blauw knipperlicht met een interval van ongeveer 5 seconden.
▪ Terwijl de unit is in bedrijf, zal de statusindicator constant blauw
oplichten.
De bedrijfsmodus instellen
1 Ga naar [4.1]: Ruimteverwarming/-koeling >
Bedrijfmodus
2 Selecteer een van de volgende opties:
▪ Verwarming: Altijd verwarmingsstand
▪ Koeling: Altijd koelstand
▪ Automatisch:
De
bedrijfsmodus
automatisch op basis van de buitentemperatuur.
Beperkt volgens het bedrijfsmodusprogramma.
Automatische omschakeling verwarming/koeling is alleen van
toepassing voor EABX, EAVX e, EAVZ (enkel met EKHVCONV2
geïnstalleerd).
Wanneer Automatisch wordt geselecteerd, dan wordt de verandering
van
de
bedrijfsmodus
gebaseerd
geprogrammeerd [4.2]: de eindgebruiker geeft maandelijks aan welk
bedrijf toegelaten is.
EPGA11~16DAV3 + EAVH/X16S18+23DA6V+9W
Dan...
Plaats
Startscherm
Hoofdmenu
-symbool
-symbool getoond.
verandert
op
het
Bedrijfsmodus
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556070-1 – 2019.02