bestuurdersstoel veranderd kan worden.
16. Neem gas terug terwijl de motor uitloopt en als de
motor is uitgerust met een benzinekraantje zet dan
de brandstoftoevoer dicht nadat u klaar bent met
maaien.
Onderhoud en Opslag
1. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven goed
vastgedraaid zijn zodat er veilig met de apparatuur
gewerkt kan worden.
2. Parkeer de apparatuur nooit in een gebouw terwijl
er nog brandstof in de tank zit en waar de dampen
in contact kunnen komen met open vuur of vonken.
3. Laat de machine eerst afkoelen voordat u deze
parkeert in een afgesloten ruimte.
4. Houd de machine, demper, accu-behuizing en de
brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras
en bladeren om brandgevaar te voorkomen.
5. Controleer regelmatig de grasopvangbak op slijtage
of beschadigingen.
6. Vervang, veiligheidshalve, beschadigde of
versleten onderdelen.
7. Het legen van de brandstoftank, indien nodig, moet
gebeuren in de open lucht.
8. Ben voorzichtig met machines met meerdere
messen omdat door het bewegen van één van de
messen, andere messen mee kunnen draaien.
9. Indien de machine geparkeerd, opgeslagen of
alleen gelaten wordt moeten de messen neergelaten
worden behalve als er een stevige mechanische
vergrendeling gebruikt wordt.
5