de motor uit, verwijder de sleutel uit het contact en
haal de bougiekabels los. Zet de machine vast zodat
deze niet per ongeluk om kan vallen.
2. Pak het uiteinde van het mes vast met behulp van
een doek of een dikke gevoerde handschoen.
Verwijder de bevestigingsbout van het mes, de
volgring en de bescherming tegen het afschaven
van de as.
Afbeelding 18
1. Mesbout
2. Volgring
3. Bescherming tegen afschaven
3. Installeer het mes—met het opstaande randje naar
de maai-eenheid gericht—met de bescherming
tegen het afschaven, de volgring en de mesbout.
Haal de mesbout aan met een moment van 115–149
Nm.
Het controleren van de opstaande
rand en het scherpen van het mes
Bij het controleren en onderhouden van het mes moet
er op twee dingen gelet worden: het ene is het
opstaande randje, het andere is de snijrand. Zowel de
snijranden als het opstaande randje tegenover de
snijrand dragen bij aan een goede maaikwaliteit. Het
opstaande randje is belangrijk omdat dit het gras
omhoog haalt, waardoor gelijke maairesultaten
verkregen worden. Het opstaande randje zal echter
geleidelijk afslijten door het gebruik, hetgeen normaal
is. Met het afslijten van het opstaande randje zal ook de
maaikwaliteit enigszins afnemen, ook als de snijranden
nog scherp zijn. De snijrand van het mes moet scherp
zijn zodat het gras afgesneden in plaats van afgerukt
wordt. Als een mes bot is wordt dit duidelijk doordat de
uiteinden van de grassprietjes er bruin en "gerafeld"
uitzien. Scherp de snijranden om dit te verhelpen.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
haal de maai-eenheid op, activeer de parkeerrem,
zorg ervoor dat het tractiepedaal in de neutraalstand
staat, dat de hendel van de aftakas uitgeschakeld
[OFF] is, zet de motor AF [OFF], verwijder de
sleutel uit het contact en haal de bougiekabels los.
Zet de maai-eenheid vast zodat deze niet per
ongeluk om kan vallen.
2. Controleer de snijranden van het mes nauwkeurig,
vooral op de plek waar het vlakke gedeelte van het
mes overgaat in een gebogen stuk (Afb. 19 A).
Omdat zand en schuurmiddelen het metaal waar het
rechte deel van het mes overgaat in een gebogen
deel kan doen wegslijten, moet het mes worden
gecontroleerd voordat de maaimachine gebruikt
wordt. Indien er slijtage zichtbaar is (Afb. 19 B),
moet het mes worden vervangen.
A
B
C
1. Vlak deel
2. Opstaande rand
3. Verbinding vlak deel/opstaande rand
3. Controleer de snijranden van alle messen. Scherp
de snijranden als deze bot of beschadigd zijn.
Scherp uitsluitend de bovenkant van de snijrand en
houd de originele snijhoek aan om een goede
scherpte te ktijgen (Afb. 20). Het mes zal in balans
blijven als dezelfde hoeveelheid metaal van beide
snijranden verwijderd is.
19
1
3
5
Afbeelding 19
2
4
6