light
8.2. Loc(decoder)adres uitlezen/programmeren
Als er een locomotief met een DCC-decoder op de programmeerrail is geplaatst en het menu
„LOCADRES - PG." Is opgeroepen, dan kan het locadres uitgelezen en geprogrammeerd worden.
Door het indrukken van toets [1] kan nu het actuele locadres worden uitgelezen.
Na enkele ogenblikken wordt het actuele locadres weergegeven achter „LOCADR.:". Op de laatse
regel in het display verschijnt de melding „LEZEN OK". Als het programmeermenu nu via de [lok] -toets
wordt verlaten, dan wordt dit locadres direct in de rijregelaar vastgelegd.
Om een nieuw locadres te programmeren, moet vervolgens toets [3] worden ingedrukt. Nu kan een
gewenst adres tussen 1 en 9.999 worden ingevoerd. Deze invoer wordt met de [↩] - toets bevestigd.
Om het nieuwe locadres definitief in de decoder vast te leggen, nu toets [2] indrukken.
Het resultaat van de programmeerhandeling wordt na enkele ogenblikken in de onderste regel van
het display weergegeven. „PROG: OK" - programmeren zonder fouten uitgevoerd; „PROG: FOUT"
- programmeren fout afgelopen; „PROG: GEEN LOC" - geen locomotief op de programmeerrail
aangetroffen „ PROG: KORTSLUITING " - kortsluiting in de loc of op de programmeerrail. Met de [lok] -
of [mode] - toets wordt het programmeermenu verlaten.
8.3. CV's Programmeren op de programmeerrail
Als er een loc met een DCC-decoder op de programmeerrail staat die geprogrammeerd moet worden
en het menu „CV - PROG. RAIL" is opgeroepen, dan kunnen alle CV's (Configuration Variables)
tussen 1 – 1.024 worden geprogrammeerd. De betekenis van iedere CV en het bereik van de te
programmeren waarden treft u aan in de handleiding van de betreffende decoder.
Na het indrukken van toets [1] kan het nummer van de te wijzigen CV worden ingevoerd. Deze invoer
met de [↩] -toets bevestigen.
De actuele waarde van deze CV wordt nu uitgelezen en weergegeven achter „2= WAARDE:".
Nu toets [2] indrukken en de gewenste waarde voor deze CV invoeren. De invoer met de [↩] - toets
bevestigen. Het programmeren wordt nu automatisch uitgevoerd.
Het resultaat van de programmeerhandeling wordt na enkele ogenblikken in de onderste regel van
het display weergegeven. „PROG: OK" - programmeren zonder fouten uitgevoerd; „PROG: FOUT"
- programmeren fout afgelopen; „PROG: GEEN LOC" - geen locomotief op de programmeerrail
aangetroffen „ PROG: KORTSLUITING " - kortsluiting in de loc of op de programmeerrail. Met de [lok] -
of [mode] - toets wordt het programmeermenu verlaten.
ATTENTIE: Om te testen of de programmeerhandeling is geslaagd, dient u de loc op de hoofdbaan te
plaatsen. De uitgang van de programmeerrail is stroomloos tijdens normaal digitaal rijbedrijf.
8.4. CV's programmeren op de hoofdbaan (POM)
De loc met een DCC-decoder, waarvan CV's geprogrammeerd moeten worden, moet zich op de
hoofdbaan bevinden. Alle andere voertuigen, die een ander locadres hebben, kunnen op de hoofdbaan
blijven staan. Tijdens het lopende rijbedrijf kunnen zo bijvoorbeeld snel correcties worden doorgevoerd
aan het optrek- en remgedrag van een enkele locomotief of treinstel.
Als het menu „CV - HOOFDBAAN" is opgeroepen, dan kunnen alle CV's tussen 1 – 1.024
geprogrammeerd worden. Het locadres kan op de hoofdbaan in principe niet worden gewijzigd.
Lees hiervoor s.v.p. de handleiding van de betreffende loc-decoder.
Na het indrukken van toets [1] kan nu het lokadres worden ingevoerd van de locomotief waarvan de
CV's geprogrammeerd moeten worden. Deze invoer met de [↩] -toets bevestigen.
Nu toets [2] indrukken en het CV nummer invoeren. Ook deze invoer met de [↩] -toets bevestigen.
Nu toets [3] indrukken en de gewenste waarde voor deze CV invoeren. De invoer weer met de [↩]
21