Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Loc-Modus; Licht- En Overige Functies; Dubbeltractie - PIKO SmartControllight Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

System
light

5.6. De Loc-modus

In de Loc-modus kunnen locomotiven worden opgeroepen en bestuurd. De Loc-modus kan door het
indrukken van de [lok]- toets vanuit ieder menu worden opgeroepen.
De snelheidsregeling en het kiezen van de rijrichting van een loc werkt ook in de magneetartikel- en
rijwegenmodus.

5.7. Licht- en overige functies

Met de cijfertoetsen van de PIKO SmartController
kunnen de licht- en overige functies F0 t/m F24
light
van loc- en functiedecoders worden geschakeld of bediend.
Hierbij schakelt de toets [0] altijd de verlichting van de locomotief (F0). De toetsen [1] t/m [8] schakelen
in de basisinstelling de functies F1 t/m F8. Als de [▲]- toets wordt ingedrukt, dan schakelen de toetsen
[1] t/m [8] vervolgens de functies F9 t/m F16 en na het nogmaals indrukken van de [▲]- toets de
functies F17 t/m F24. Wordt de [▲]- toets vervolgens nog een keer ingedrukt, dan worden weer de
functies F1 - F8 geschakeld. Met de [▼]- toets gaat men weer terug naar het functiebereik van een
niveau lager. De getoonde functiesymbolen geven het betreffende functienummer en de toestand van
de functie aan. In de symbolen is herkenbaar of een functie is aan- of uitgeschakeld. Welke symbolen
het voor de betreffende functies moeten zijn en of ze gebruikt moeten worden voor het omschakelen of
voor een momentschakeling, kan in het gegevensbestand van elke locomotief apart worden vastgelegd.
Als er een loc via de cijfertoetsen wordt opgeroepen, omdat er van deze loc nog geen gegevensbestand
werd vastgelegd, dan wordt er voor de functies een standaardsymbool getoond in het display.
Schakelen van functies hoger dan F24
Als de gebruikte digitale centrale (PIKO SmartBox en PIKO SmartBox
) in staat is om in
light
DCC-formaat meer dan 24 functies te schakelen en in het menu basisinstellingen van de
PIKO SmartController
deze functie is geactiveerd, dan is er een vierde niveau beschikbaar om
light
locomotieffuncties te schakelen welke met de [▲]- [▼]- toetsen bereikt kunnen worden. Het kiezen
van het functienummer 0 – 32.767 wordt gestart met de [↩] - toets. Hierna kan via het cijferblok een
functienummer worden ingetoetst. Daarbij kan met de [stop/wissen]-toets het laatst ingevoerde cijfer
worden gewist. De invoer wordt met de [↩] – toets afgesloten. Met de toets [1] wordt deze functie
vervolgens ingeschakeld en met de toets [0] weer uitgeschakeld. De actuele toestand van deze functie
kan niet worden weergegeven.

5.8. Dubbeltractie

Als er twee locomotieven aan elkaar gekoppeld worden om b.v. een zware trein te trekken, dan moeten
deze loc's synchroon dezelfde rij-opdrachten ontvangen. In de PIKO SmartController
worden de
light
loc-adressen van de beide locomotieven tot één dubbeltractie samengevoegd, zodat beiden gelijktijdig
met een rijregelaar bestuurd kunnen worden.
Als in de Loc-modus direct na elkaar de toetsen [lok] en [▲] worden ingedrukt, dan kan een extra
tractie loc worden gekoppeld aan de locomotief (basisloc) waar actueel mee wordt gereden. Deze
tractie loc wordt dan of nummeriek via haar adres opgeroepen, of met de rijregelaar uit de locomotief
data base opgehaald. Nadat de keuze met de [↩] - toets wordt afgesloten, verschijnt vóór het adres
van de basislocomotief de hoofdletter „D" (dubbeltractie). Als de tractie loc wordt opgeroepen, dan
verschijnt voor haar adres de hoofdletter „S" (slave). De functies van de tractie loc kunnen hierbij apart
en onafhankelijk van de basislocomotief worden geschakeld. De snelheid en de rijrichting van de
tractie loc zijn uiteraard niet apart te wijzigen.
Als de basislocomotief is opgeroepen in het display, dan kan de dubbeltractie door het kort na elkaar
indrukken van de toetsen [lok] en [▼] weer eenvoudig worden opgeheven.
18

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor PIKO SmartControllight

Inhoudsopgave