HET AANGEPASTE OEFENINGCENTRUM
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AANZETTEN op pagina 15.
2. Selecteer het Aangepaste Oefeningencentrum.
Voor het gebruik van een Aangepast Oefeningen-
centrum, drukt u op de toets Selecteer Profiel [SE-
LECT PROFILE] verhogen.
Selecteer het gewenste oefeningprofiel door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Selecteer
Profiel verhogen en verlagen. Druk op de toets
Enter [ENTER] onder de toetsen Maximale snel-
heid [SET MAX. SPEED] instellen. Opmerking: in-
dien u niet op de toets Enter drukt, dan zal het
scherm na een paar seconden verdergaan naar de
volgende selectie.
Selecteer het gewenste oefeningduur door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Tijd [SET TIME]
instellen verhogen en verlagen. Druk dan op de
toets Enter.
Selecteer het gewenste oefeningtempo door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Minimale
Snelheid [SET MIN. SPEED] instelling verhogen en
verlagen. Druk dan op de toets Enter.
Selecteer het gewenste oefeningtempo door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Maximale
Snelheid [SET MAX. SPEED] instelling verhogen
en verlagen. Druk dan op de toets Enter.
Elke aangepaste oefening is in segmenten
ingedeeld. Er is één hellinginstelling en één tempo-
instelling geprogrammeerd voor elk segment.
3. Begin met de oefening.
Druk op de Starttoets [START] om het programma
te laten beginnen. Kort nadat u op de toets heeft
gedrukt, begint de loopband te bewegen. Houd de
handleuningen vast en begin met wandelen.
Tijdens het oefenprogramma, wordt uw profiel
weergegeven zodat u uw vorderingen kunt volgen.
De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige
All manuals and user guides at all-guides.com
20
oefeningsegment voor.
De hoogte van het
flikkerende segment
geeft de weerstandsin-
stellingen voor het
huidige segment weer.
Aan het einde van elk
segment, is een serie geluiden te horen en begint
het volgende segment van het profiel te knipperen.
De nieuwe tempo- en hellinginstellingen verschij-
nen een paar seconden in het display en de loop-
band zal zich automatisch aanpassen aan de
nieuwe tempo- en hellinginstellingen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra-
gen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Snelheid [SPEED] en Helling [IN-
CLINE], als het volgende segment van de oefen-
ing begint, dan zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheid en hellingin-
stellingen voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint bij ongeveer 2 km/uur te bewegen, Als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
4. Controleer uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 16.
Huidig segment