en bij selectie van de verkeerde transducer wordt de temperatuur
helemaal niet weergegeven. Temperatuursensoren hebben een
impedantie van 5k of 10k. Wanneer beide opties worden gegeven
voor hetzelfde model transducer, raadpleeg dan de documentatie
van de transducer om de impedantie vast te stellen.
Stuurautomaat instellen
Stuurautomaatfuncties worden ingeschakeld wanneer een
compatibele trollingmotor is aangesloten. Een aparte setup is niet
nodig. Zie de bedieningshandleiding voor meer informatie.
Fuel Settings
Het hulpprogramma Brandstof bewaakt het brandstofverbruik. Het
brandstofverbruik wordt per trip en per seizoen bijgehouden en
gebruikt voor het berekenen van de brandstofzuinigheid. Deze
informatie wordt getoond in de gegevensbalk op de
instrumentenpagina.
Om het hulpprogramma te kunnen gebruiken, moet een Navico
brandstofstroomsensor of een NMEA 2000-motoradapterkabel/
gateway met Navico-brandstofgegevensopslagapparaat in de boot
worden geplaatst. Voor de Navico-brandstofstroomsensor is het
gebruik van een afzonderlijk brandstofopslagapparaat niet nodig.
Vraag de fabrikant van de motor of uw dealer of uw motor de juiste
gegevensuitvoer heeft en welke adapter beschikbaar is voor de
verbinding met de NMEA 2000.
Als de fysieke aansluiting is gemaakt, controleert u of de
bronselectie is voltooid. Bij meerdere motorinstallaties met
brandstofstroomsensoren of brandstofgegevensopslagapparaten
moet u de locatie van de motoren opnemen in de Apparatenlijst.
Raadpleeg "Netwerkinstellingen" op pagina 39 voor algemene
informatie over bronselectie.
35
Software installeren
| ELITE Ti² Installatiehandleiding