Indeling van deze handleiding
Met deze SAMSUNG magnetronoven hebt u een verstandige keuze
gedaan. Deze handleiding geeft u veel nuttige informatie voor het
bereiden van maaltijden met uw magnetronoven.
•
Maatregelen voor uw veiligheid
•
Nuttige accessoires en geschikt serviesgoed
•
Handige tips
Voor in de handleiding vindt u afbeeldingen, met name van het
bedieningspaneel, zodat u alle toetsen makkelijker kunt vinden.
In de stapsgewijs beschreven handelingen worden drie symbolen
gebruikt.
Let op
VOORZORGSMAATREGELEN OM BLOOTSTELLING AAN
STERKE STRALING TE VOORKOMEN
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen, om blootstelling aan schadelijke
microgolven te voorkomen.
(a) Gebruik de magnetronoven nooit zonder vooraf te deur te sluiten. Verander
nooit iets aan de deurvergrendelingen of -scharnieren en steek nooit iets in de
openingen voor de deurvergrendeling.
(b) Steek nooit iets tussen de deur en de voorkant van de oven. Zorg dat
afdichtingen altijd vrij blijven van etensresten of reinigingsmiddelen. Reinig de
deur en de deurrubbers na gebruik eerst met een klamme doek en daarna met
een droge doek.
(c) Gebruik de magnetronoven nooit als hij beschadigd is. Laat hem eerst
repareren door een erkende technicus die speciaal door de fabrikant is
opgeleid. Het is van groot belang dat de ovendeur goed afsluit en dat geen
van de volgende onderdelen is beschadigd:
(1) Ovendeur, deurafdichtingen en deurrubbers
(2) Deurscharnieren (afgebroken of los)
(3) Netkabel
(d) Laat de magnetronoven alleen nakijken of repareren door een gekwalificeerde
technicus die door de fabrikant speciaal is opgeleid voor het herstellen van
magnetronovens.
Opmerking
Draaien
Denk aan uw veiligheid
Belangrijke veiligheidsinstructies.
Zorgvuldig doorlezen en bewaren.
Houd u bij het verhitten van voedsel of dranken in uw magnetronoven
altijd aan de hieronder aangegeven veiligheidsmaatregelen.
1. Gebruik in de magnetronoven NOOIT metalen servies of bestek, zoals:
•
metalen bekers of kannen
•
servies met opgedrukte gouden of zilveren versieringen
•
bestek, gardes, vleesvorken e.d.
Reden:
Optredende vonken kunnen de magnetronoven beschadigen.
2. NOOIT in de magnetronoven zetten:
•
Luchtdichte of vacuüm-afgesloten flessen, bekers, bakjes e.d.
Voorbeeld: Babymaaltijden
•
Voedsel in een schaal of vlies
Voorbeeld: Eieren, noten, tomaten
Reden:
De druk in het voedsel kan het uit elkaar laten springen.
Tip:
Schaal of vlies vooraf verwijderen of gaatjes in verpakking prikken.
3. NOOIT de magnetronoven inschakelen als hij leeg is.
Reden:
De binnenwanden kunnen schade oplopen.
Tip:
Laat altijd een glas water in de magnetronoven staan. Dit
absorbeert de microgolven als u de magnetron per ongeluk leeg
zou inschakelen.
4. Als u de oven inschakelt zonder er iets in te zetten, dan wordt hij door een
automatische beveiliging uitgeschakeld. U kunt de oven normaal gebruiken
nadat u hem ruim 30 minuten uitgeschakeld hebt gelaten.
5. NOOIT de ventilatieopeningen afdekken.
Reden:
Door de hitte kan papier of textiel gaan branden.
6. ALTIJD ovenwanten gebruiken als u iets uit de magnetronoven wilt halen.
Reden:
Veel servies neemt hitte van de magnetronenergie of van verhit
voedsel op. Borden of schalen zijn dus heet.
7. Raak NOOIT de binnenwanden van de oven aan.
Reden:
Zonder dat het zichtbaar is, kunnen de binnenwanden van de oven
zo heet zijn dat uw huid verbrandt, ook nadat de magnetronoven al
is uitgeschakeld. Zorg dat ontvlambare materialen nooit in contact
komen met de hete oven. Laat de oven altijd voldoende afkoelen.
8. De volgende maatregelen verkleinen het gevaar van brand in de oven:
•
Leg nooit ontvlambare materialen in de magnetronoven.
•
Verwijder sluitklemmetjes van papieren of plastic verpakkingen.
•
Gebruik uw magnetronoven nooit om kranten te drogen.
•
Als de magnetronoven rook afscheidt, latt de ovendeur dan dicht en trek
de netsteker uit de wandcontactdoos.
9. ALTIJD extra zorg besteden aan het verhitten van dranken of babymaaltijden.
•
Wacht na het uitschakelen van de magnetronoven minimaal 20 seconden,
zodat de warmte zich gelijkmatig kan verdelen.
•
Roer de maaltijd indien nodig tijdens het koken door en doe dat ALTIJD
na het verhitten.
3
NL