drukarm voorzichtig op laten komen waardoor de veerspanning
geleidelijk verminderd wordt.
7.
Rijd de maai-eenheid weg van de tractie-eenheid.
HET VASTKOPPELEN VAN DE MAAI-
EENHEID AAN DE TRACTIE-EENHEID
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de
motor uit.
2.
Zet de maai-eenheid in positie voor de tractie-eenheid.
Omdat de rechter drukarm onder een veerspanning staat van
circa 100 pond (445 N) en de linker drukarm onder een
veerspanning staat van circa 150 pond (667 N), heeft u
assistentie nodig om de drukarmen van de maai-eenheid los
te koppelen. Het plotseling loskoppelen van de drukarmen
kan letsel veroorzaken.
3.
Schuif een grote volgring op beide tapbouten.
4.
Laat een assistent voorzichtig de rechter drukarm naar beneden
drukken totdat de gaten in de kogelgewrichtbevestiging
uitgelijnd zijn met de gaten in de zwenkwielarm. Bevestig het
kogelgewricht aan de zwenkwielarm heb behulp van twee
tapbouten en grote volgringen, een volgring, twee sluitringen
en moeren. De koppen van de tapbouten en de grote volgringen
moeten zich aan de buitenkant van de zwenkwielarm bevinden.
5.
Schuif de volgringen op de twee tapbouten.
6.
Laat een assistent voorzichtig de linker drukarm naar beneden
drukken totdat de gaten in de kogelgewrichtbevestiging
uitgelijnd zijn met het bevestigingspunt van de maai-eenheid.
Schuif onmiddellijk een blok hout van 100 x 100 mm tussen de
bovenkant van de drukarm en de onderkant van het chassis.
Zorg ervoor dat de houtblok er niet per ongeluk tussenuit valt.
7.
Bevestig het kogelgewricht aan het bevestigingspunt met
behulp van twee tapbouten, volgringen en borgmoeren met
flens. De koppen van de tapbouten en de volgringen moeten
contact maken met het kogelgewricht.
8.
Koppel de aftakas aan de tandwielkast met behulp van de
rolpin en (2) tapbouten en moeren, installeer de afdekplaat en
verbind de liftkettingen met de liftarm: zie Het vastkoppelen
van de aftakas en het installeren van de liftkettingen.
WAARSCHUWING
15