3.3.6 Werking alleen in ontvochtiging
Door deze modus te gebruiken, ontvochtigt het apparaat de kamer. De activering van deze
functie is daarom bijzonder nuttig tijdens de tussenseizoenen, dat wil zeggen tijdens de
dagen (zoals regenachtige dagen) waar de temperatuur uiteindelijk aangenaam is, maar de
overmatige vochtigheid een bepaald gevoel van ongemakkelijk. In deze modus worden
zowel de kamertemperatuurinstelling als de ventilatorsnelheidinstelling, die altijd
overeenkomt met het minimum, genegeerd.
Elke indicatie van temperatuur en ventilatorsnelheid verdwijnt daarom van het display.
Deze bedrijfsmodus wordt geactiveerd door op de T4-knop (bedrijfsmoduskiezer) te drukken
totdat de ideogrammen die de druppel D4 en de automatische ventilatie D1
vertegenwoordigen op het display verschijnen. Door deze modus te kiezen, is het normaal
dat het apparaat met tussenpozen werkt.
3.3.7 Werking alleen bij ventilatie
In deze modus heeft het apparaat geen effect op de temperatuur of vochtigheid van de lucht
in de kamer.
Deze bedrijfsmodus wordt geactiveerd door op de T4-knop (bedrijfsmoduskiezer) te drukken
totdat alleen het ideogram dat de ventilator D1 vertegenwoordigt op het display verschijnt.
Op dit moment is het mogelijk om de ventilatorsnelheid te kiezen (zie paragraaf 3.3.10).
3.3.8 Werking bij verwarming (alleen modellen met warmtepomp)
In deze bedrijfsmodus verwarmt het apparaat de kamer. Het is alleen beschikbaar voor modellen
met warmtepomp (HP).
Het wordt geactiveerd door op de toets T4 (keuzeschakelaar bedrijfsmodus) te drukken totdat het
ideogram dat de zon D2 voorstelt op het scherm wordt weergegeven.
In deze bedrijfsmodus is het mogelijk om de gewenste temperatuur en de ventilatorsnelheid in te
stellen. Na maximaal drie minuten deze bedrijfsmodus te hebben geactiveerd, start de compressor
en begint het apparaat warme lucht te sturen. Het opstarten van de compressor kan worden gezien
door de relatieve groene LED op de console op te lichten.
WAARSCHUWINGEN: het apparaat zorgt er periodiek voor dat de batterij wordt ontdooid.
Gedurende de hele duur van deze fase zendt de airconditioner geen warme lucht de kamer in, zelfs
niet als de verschillende interne organen blijven werken, behalve de omgevingsluchtventilator. Bij
lage buitentemperaturen kunnen er vertragingen optreden tussen het moment dat het signaal met
de afstandsbediening wordt verzonden en de overgang van minimumsnelheid naar gemiddelde of
maximumsnelheid. Soortgelijke vertragingen kunnen optreden bij activering van de oscillatie van
de zwaaiflector.