HET GEBRUIK VAN EEN CALORIEVERBRAND-
INGSOEFENING OF EEN ROUTE OP ALLE
TERREINEN-OEFENING
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie stap 1 op pagina 16.
2. Selecteer het startmenu.
Zie stap 2 op pagina 16.
3. Selecteer een calorieverbrandingsoefening of
een route op alle terreinenoefening.
Voor het selecteren van een calorieverbrandings�
oefening of een route op alle terreinenoefening
drukt u op de toets Oefeningen [WORKOUTS]
op het scherm. Druk vervolgens op de toets
Calorieverbranding [CALORIE BURN] of Route op
Alle Terreinen [ALL�TERRAIN TRAILS]. U kunt ook
op de toets Calorieverbranding of Route op Alle
Terreinen drukken op het bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste moeilijkheidsgraad bij het
selecteren van een calorieverbrandingsoefe-
ning. Kies dan de gewenste oefening. Het scherm
geeft bij benadering het aantal calorieën dat u
zult verbranden tijdens de oefening. Het scherm
toont ook de duur en de afstand van uw oefening.
Daarnaast toont het scherm een aantal verticale
afstanden die u zult klimmen en een profiel van de
hellingsinstelling van de oefening.
Selecteer de gewenste moeilijkheidsgraad bij het
selecteren van een route op alle terreinen oefe-
ning. Kies dan de gewenste oefening. Het scherm
toont de duur van de oefening en het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zal ver�
branden. Daarnaast toont het scherm de afstand
All manuals and user guides at all-guides.com
20
van uw oefening en het aantal verticale afstanden
die u zult klimmen. Daarnaast toont het scherm
een topografische kaart van de route. Druk op
de toets Profiel [PROFILE] bovenaan het scherm
vlakbij de tijdweergave om een profiel te zien van
de hellingsinstellingen van de oefening. Druk op
de toets Route [TRAIL] bovenaan het scherm om
terug te keren naar de kaart.
4. Begin met de oefening.
D ruk op de toets Start Oefening [START
WORKOUT] om de oefening te laten beginnen.
Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de
loopband te bewegen. Houd de handleuningen
vast en begin met wandelen.
E lke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is
één hellinginstelling en één tempo�instelling ge�
programmeerd voor elk segment. Let op: dezelfde
snelheid en/of hellingsinstelling kan worden gepro�
grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
T ijdens de oefening, wordt uw profiel weergegeven
zodat u uw vorderingen kunt volgen. Druk herhaal�
delijk op de toets Weergave [DISPLAY] verhogen
of verlagen om het profiel te zien. De rode lijn geeft
het huidige onderdeel van de oefening aan. De
hoogte van het huidige onderdeel geeft de hel�
lingsinstellingen voor het huidige onderdeel weer.
Aan het einde van het eerste gedeelte van de oe�
fening, zal een reeks geluidjes te horen zijn. Als
een andere snelheid en/of hellinginstelling is ge�
programmeerd voor het tweede onderdeel, dan zal
de snelheid en/of hellinginstelling op het scherm
knipperen om u te waarschuwen. De loopband
past dan automatisch de snelheidsinstelling en/of
hellingsinstellingen aan die zijn geprogrammeerd
voor het volgende onderdeel.