5
x
Instructies voor de montage
Voor de interpretatie moeten de windbelastingen volgens de overeenstemmende landspecifieke bepalingen en richtlijnen worden
berekend. De minimumafstanden tot de dakrand moeten eveneens worden aangehouden, omdat in de hoek (A) en randgebieden
(B) van daken duidelijk hogere windbelastingen optreden. De minimumafstand mag niet kleiner zijn dan 1 m.
Afb. 5-1
5.1.3 Keuze van het bevestigingstype
DAIKIN -vlakplaatcollectoren moeten bij montage op plat dak tegen windbelastingen worden beschermd. De DAIKIN -vlakplaat-
collectoren kunnen vrijstaand (bijv. op betonplaten) worden bevestigd of op een vast gemonteerde subconstructie.
Vrijstaande montage met verzwaringsgewichten
Een vrijstaande montage met verzwaringgewichten vermijdt kantelen, wegglijden of optillen van de constructie. Hiervoor moet
volgens tab. 5-2 het overeenstemmend aantal aan betonplaten op het gebouw in de daarvoor voorziene houders worden gelegd
en gepositioneerd.
Afb. 5-2
Installatiehandleiding
42
Minimumafstanden tot hoek- en randgebieden
DAIKIN heeft de constructie voor de veiligheid door betonplaten aangebracht. Bij een vrijstaande montage moet
u de -collectoren tegen wegglijden, kantelen en optillen met behulp van extra gewichten beveiligen.
Vrijstaande platdakconstructie beveiligen door verzwaringsgewichten
A
B
EKSV26P/EKSH26P
Platdakmontage zonnecollectoren
008.1618532_00 – 12/2012