4
x
Inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling
4.1
Inbedrijfstelling
4
Inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling
De instructies voor de hydraulische systeemaankoppeling, de inbedrijfstelling, de bediening van de regeling, en de oplossing van
storingen en fouten, worden in de installatie- en onderhoudshandleiding van de regel- en pompeenheid (
EKSR3PA + EKSRDS1A) inbegrepen.
4.2
Buitenbedrijfstellen
4.2.1 Tijdelijke bedrijfsonderbreking
Wanneer langere tijd geen ondersteuning door zonlicht voor de verwarming van het water nodig is, kan de DAIKIN Zonne-energie-
installatie -installatie tijdelijk met de netschakelaar van de DAIKIN Zonne-energie-installatie R3-regelaar worden uitgeschakeld.
Bij vorstgevaar moeten:
– de DAIKIN Zonne-energie-installatie-installatie weer in bedrijf worden gesteld
– geschikte vorstbeschermingsmaatregelen voor de aangesloten verwarmingsinstallatie en de warmwaterboiler genomen
Aftappen van het voorraadvat
• Hoofdschakelaar uitschakelen en tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
•
– De slang met de slangkoppeling op de KFE-kraan op de zonne-energie-retourleiding aansluiten.
– Tap het water uit het voorraadvat af.
•
– Instructies m.b.t. het stopzetten in de bedienings- en installatiehandleiding EKSR3PA + EKSRDS1A opvolgen.
4.2.2 Definitief buiten bedrijf stellen
• Zonne-energie-installatie buitenbedrijfnemen (zie hoofdstuk 4.2).
• Zonne-energie-installatie loskoppelen van alle elektrische aansluitingen en wateraansluitingen.
• Zonne-energie-installatie overeenkomstig de montagehandleiding (hoofdstuk 3 "Montage") in omgekeerde volgorde demon-
teren.
• Zonne-energie-installatie op de juiste wijze afvoeren.
Aanwijzingen voor het verwijderen
De DAIKIN Zonne-energie-installatie is milieuvriendelijk geconstrueerd. Bij het verwijderen, blijft uitsluitend afval over dat
herbruikbaar is of kan worden verbrand.
De gebruikte materialen, welke geschikt zijn voor hergebruik, kunnen naar soort worden gescheiden.
Installatiehandleiding
40
LET OP!
Een buiten bedrijf gestelde verwarminginstallatie kan bij vorst bevriezen en beschadigt raken.
• Laat een buiten bedrijf gestelde verwarminginstallatie bij gevaar voor vorst leeglopen.
of
worden (bijv. drainage).
Als het vorstgevaar maar enkele dagen bestaat, is het dankzij de zeer goede thermische isolatie niet nodig om de
aangesloten DAIKIN warmwaterboiler te draineren, als men de temperatuur in de boiler regelmatig controleert en
deze niet onder 3°C zakt. Hierdoor is het aangesloten warmtedistributiesysteem uiteraard niet tegen vorst
beschermd.
:
:
DAIKIN heeft - dankzij de milieuvriendelijke constructie van de DAIKIN Zonne-energie-installatie - de voorwaarden
geschapen voor een milieuvriendelijke verwijdering. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de ver-
wijdering op de juiste wijze en overeenkomstig de in zijn/haar land geldende regels te laten plaatsvinden.
EKSRPS3 resp.
EKSV26P/EKSH26P
Platdakmontage zonnecollectoren
008.1618532_00 – 12/2012