5.1
Windbelasting
5
Instructies voor de montage
5.1.1 Informatie inzake windbelasting
Voor de montage van de zonne-energiecollectoren dienen de overal in Europa geldende regels van de techniek in acht te worden
genomen. Voor montage op platte daken in het bijzonder de regels van de geharmoniseerde norm EN 1991: inwerkingen op draag-
constructies.
In Duitsland is de DIN 1055 de belangrijkste norm voor het belasten van dragende constructies en geldt in de bouwbranche als
erkende regel van de techniek. De DIN 1055 geeft nauwkeurige richtlijnen, hoe lasten voor verschillende gebouwen en stand-
plaatsen moeten worden berekend. Vereisten inzake wind- en sneeuwbelastingen kunnen zodoende aan de specifieke lokale
vereisten worden aangepast.
Het DAIKIN Zonne-energie-installatie-bevestigingssysteem voldoet aan de bepalingen van de DIN 1055 resp. EN 1991.
5.1.2 Invloed van wind op constructies
De windbelasting van het plat-dakframe is afhankelijk van de desbetreffende plaats van opstelling. Wind werkt als zuigkracht of
druk op zonne-energiecollectoren en de subconstructies. De windbelasting is hoofdzakelijk afhankelijk van de windzone, de
toestand van het terrein en de hoogte van het gebouw.
Windbelastingzone: Indeling naar gebieden
Windzone
Tab. 5-1
EKSV26P/EKSH26P
Platdakmontage zonnecollectoren
008.1618532_00 – 12/2012
De vakman is verplicht, de geldende normen bij de montage van zonne-energiecollectoren met subconstructie in
acht te nemen en op te volgen.
Gebied
Hoogte gebouw <10 m
1
Binnenland
2
Binnenland
Kust
3
Binnenland
Kust
4
Binnenland
Kust
Windzone-indeling
5
x
Windsnelheden bij
Hoogte gebouw <18 m
102 km/h
116 km/h
116 km/h
129 km/h
133 km/h
144 km/h
129 km/h
140 km/h
148 km/h
158 km/h
140 km/h
154 km/h
161 km/h
170 km/h
Instructies voor de montage
Hoogte gebouw <25 m
125 km/h
137 km/h
151 km/h
151 km/h
164 km/h
164 km/h
179 km/h
Installatiehandleiding
41