CONTROLEMODUS
Wanneer de accountregeling geactiveerd is, wordt het aantal geprinte pagina's voor elke account bijgehouden. Het aantal
pagina's kan op het display worden afgelezen.
Deze functie wordt ingeschakeld in de systeeminstellingen. (Voor de tellingen in kopieer-, afdruk- en scanfuncties, zie pagina
79. Zie voor de tellingen in de faxfunctie de "Gebruiksaanwijzing (voor fax)" die zich in de optionele faxuitbreidingskit bevindt.
AANTAL ACCOUNTS IN ACCOUNTREGELING
Modus
Idem voor kopieer-,
(1)
afdruk- en scanfuncties
(2)
Fax
Hetzelfde accountnummer kan worden toegewezen aan (1) en (2).
Opmerking
ACCOUNTREGELING GEBRUIKEN
Wanneer de accountregeling aan staat, wordt het scherm accountnummerinvoer weergegeven. Voer uw accountnummer in
(5-cijferig identificatienummer) zoals hieronder toegelicht, voordat u kopieer-, fax- of scanhandelingen verricht.
1
Voer uw accountnummer (5 cijfers)
met de cijfertoetsen in.
ABC
DEF
INTERRU
GHI
JKL
MNO
PQRS
TUV
WXYZ
@.-_
ACC. #-C
READ-END
• Wanneer u uw accountnummer invoert, veranderen
de liggende streepjes (-) in sterretjes ( ). Druk op de
[C] toets als u een ongeldig nummer hebt ingevoerd
en voer vervolgens het juiste nummer in.
• Wanneer een geldig accountnummer wordt
ingevoerd, verschijnt de huidige telling van de
account in het display van het basisscherm. Na 6
seconden (standaardinstelling) verschijnt het
basisscherm. (Pagina 18)
* In de kopieer- en afdrukfunctie wordt ook het aantal
resterende vellen totdat de limiet is bereikt weergegeven
als "ACCOUNTLIMIET" (pagina 81) is ingeschakeld in de
systeeminstellingen.
Voorbeeld: Kopieerfunctie
KOPIEËN:000,000
RESTEREND:050,000
AUTO
100%
A4
AUTO
Aantal accounts
Maximaal 50
Maximaal 50
Geef uw account-
nummer op.
ACCOUNT
˚˚˚˚˚
Geef uw account-
nummer op.
ACCOUNT NR:
---
Bijzonderheden
Kopieer-, afdruk- en scantellingen worden beheerd
onder één accountnummer.
Faxtellingen worden beheerd onder één
accountnummer.
NR:-----
• Als u een accountnummer invoert voor de
Opmerking
kopieerfunctie dat ook geprogrammeerd is
voor de faxfunctie, kunt u omschakelen naar
de faxfunctie na afloop van de
kopieerhandeling en doorgaan met de
faxhandeling zonder uw accountnummer
opnieuw in te voeren.
Als u een accountnummer invoert voor de
kopieerfunctie dat niet geprogrammeerd is
voor de faxfunctie, voert u het accountnummer
voor de faxfunctie in nadat u op de [FAX] toets
gedrukt hebt om naar de faxfunctie over te
schakelen.
• Als er een ongeldig accountnummer wordt
ingevoerd in stap 1, verschijnt het scherm
accountnummerinvoer opnieuw.
• Wanneer "BEVEIL. ACC NR" (pagina 81) in de
systeeminstellingen is ingeschakeld, wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven en wordt
de bediening gedurende 1 minuut niet
toegestaan als driemaal achtereen een
ongeldig accountnummer wordt ingevoerd.
2
Wanneer de kopieeropdracht voltooid
is, drukt u op de [ACC.#C] toets ( ).
READ
ACC. #-C
Als u een kopieeropdracht
onderbreekt (pagina 63), wanneer
@
de accountregeling geactiveerd is,
moet u erop letten de
[ONDERBREKEN] toets (
toets, of [ACC.#-C] toets (
drukken, wanneer u klaar bent om
de "modus onderbreken" te
verlaten.
1
), [CA]
) in te
23