VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
(1)
Toetsen voor de faxfunctie (wanneer de
faxoptie is geïnstalleerd)
Deze worden gebruikt in de faxfunctie. Zie voor
meer informatie de "Gebruiksaanwijzing (voor
fax)" die zich in de optionele faxuitbreidingskit
bevindt.
(2)
[KOPIEËN] toets / indicator
Druk op deze toets om de kopieerfunctie te
selecteren. Als deze wordt ingedrukt zodra "Klaar
v. kopiëren" verschijnt of tijdens het opwarmen,
wordt het aantal gebruikte bladen (pagina 36)
weergegeven, terwijl de toets wordt ingedrukt.
(3)
[AFDRUKKEN] toets / indicator
Druk op deze toets om de printfunctie te
selecteren.
• ONLINE-indicator
Wanneer deze indicator brandt, kunnen er
printopdrachten worden ontvangen.
• DATA-indicator
Deze brandt voortdurend wanneer er zich een
printopdracht in het geheugen bevindt die nog
niet is afgedrukt en hij knippert tijdens het
afdrukken.
(4)
[SCANNEN] toets / indicator
Druk op deze toets om de scanfunctie te
selecteren. (Als u een computer wilt aansluiten
op de USB-poort van de machine en de
scannerfunctie wilt gebruiken, zie de
"Gebruiksaanwijzing (voor printer en scanner)".
Als u de machine als netwerkscanner wilt
gebruiken, zie de "Gebruiksaanwijzing (voor
netwerkscanner)" die zich in de optionele
netwerkuitbreidingskit bevindt.)
14
(1)
01
02
03
04
06
07
08
09
11
12
13
14
16
17
18
19
21
22
23
24
SPEAKER
05
SHIFT
10
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
15
VERKORT KIEZEN
20
SYMBOOL
COMMUNICATIE INSTELLING
25
SPATIE/–
(5)
[FAX STATUS] toets (wanneer de faxoptie is
geïnstalleerd)
Deze worden gebruikt in de faxfunctie. Zie voor
meer informatie de "Gebruiksaanwijzing (voor
fax)" die zich in de optionele faxuitbreidingskit
bevindt.
(6)
Display
Geeft verschillende meldingen weer. Zie voor
meer informatie pagina 16.
(7)
[TERUG] toets
Druk op deze toets om terug te keren naar het
vorige scherm.
(8)
Display kopieeraantal
Het geselecteerde aantal kopieën verschijnt in
het display. Dit geeft tijdens het kopiëren het
resterende aantal kopieën weer.
(9)
[OK] toets
Druk op deze toets om de geselecteerde
instelling in te voeren.
(10) Numerieke toetsen
Selecteer hiermee het aantal kopieën.
(11) [C] toets
Druk hierop om het aantal ingestelde kopieën te
wissen of een kopieerproces te stoppen.
(12) [ONDERBREKEN] toets (
ONDERBREKING-indicator
Onderbreekt een kopieerproces om
kopieeropdracht onderbreken uit te voeren.
(Pagina 63)
(2)
(3)
(4)
KOPIEËN
FAX STATUS
ON LINE
PRINT
DATA
SPECIAL
FUNCTIES
SCANNEN
LINE
KOPIEËN
FAX
DATA
SCANNEN
FAX
(13)
(14)
) en
(5)
BELICHTING
KLEUR MODUS
PROGRAM
(15)