2. Selecteer Advanced (Geavanceerd). Selecteer vervolgens de meest geschikte instelling in de lijst
voor de soort document of afbeelding die u wilt afdrukken.
Wanneer u een voorgedefinieerde instelling kiest, worden andere instellingen, zoals Print Quality
(Afdrukkwaliteit) en Graphics (Afbeeldingen) automatisch ingesteld. Wijzigingen worden getoond
in de lijst met huidige instellingen in het dialoogvenster Setting Information (Instellingen) dat
verschijnt door op de Setting Info (Instellingen)-toets te drukken in het tabblad Optional Settings
(Optionele instellingen).
Afdrukinstellingen aanpassen
Als u de instellingen wilt wijzigen, moet u dit handmatig doen.
Voor gebruikers van Windows
1. Klik op het Basic Settings (Basisinstellingen) tabblad.
2. Selecteer Advanced (Geavanceerd) en klik vervolgens op More Settings (Meer
instellingen).
3. Geef de gewenste instellingen op. Raadpleeg de Help voor informatie over de instellingen.
4. Klik op OK.
AL-M300/AL-M400 Series
Gebruikershandleiding
Afdruktaken
46