HP‐ en HPA‐kleppen
januari 2021
Afbeelding 18. Voorbeeld van verspaning van het onderste (plug op zittingring)
en bovenste (C‐seal‐plugafdichting op kooi) zittingoppervlak
MOET GELIJK ZIJN AAN
A6781 /IL
5. Gebruik een geschikt gereedschap zoals een centerpons om de schroefdraad boven op de plug op een plaats te felsen
(afbeelding 16) zodat de C‐seal‐houder op zijn plaats wordt vastgezet.
6. Installeer de zuigerringen volgens de instructies in het gedeelte Vervangen van de trim in deze handleiding.
7. Plaats de zittingring, de kooi, de plug/houderconstructie en de steel terug in het klephuis en assembleer het kleppakket
compleet volgens de toepasselijke instructies in het gedeelte Vervangen van de trim in deze handleiding.
LET OP
Om grote lekkage en erosie van de zitting te voorkomen, moet de plug eerst met voldoende kracht worden geplaatst om
de weerstand van de C‐seal plugafdichting te overwinnen en contact te maken met de zittingring. U kunt de plug op de
juiste manier aanbrengen door dezelfde kracht te gebruiken die is berekend voor vollast bij het bepalen van de maat van
uw actuator. Zonder drukdaling in de klep zal deze kracht de plug voldoende op de zittingring drukken, waardoor de C‐seal
plugafdichting een vooraf bepaalde, permanente positie inneemt. Nadat dit is gedaan, worden de plug/houder‐
constructie, de kooi en de zittingring een vaste set.
Zet de meetklok voor de actuatorslag in lijn met het ondereinde van de klepslag terwijl de volledige actuatorkracht wordt
uitgeoefend en de plug volledig is gezet. Zie de instructiehandleiding van de betreffende actuator voor informatie over
deze procedure.
38
C‐seal‐HOUDER
PLUG
(4)
1
0,254 (0.010)
ONDERSTE ZITTINGOPPERVLAK
0,010 INCH VERWIJDERD VAN DE ZITTINGRING
OPMERKING:
0,254 mm (0.010 in.) VERWIJDERD VAN DE PLUG
1
0,254 mm (0.010 in.) VERWIJDERD VAN DE ZITTINGRING
PLUS
2
3
0,508 mm (0.020 in.) VERWIJDERD VAN BOVENSTE ZITTING-OPPERVLAK IN DE KOOI
4. DEZE WAARDEN ZIJN SLECHTS EEN VOORBEELD. VERWIJDER NIET
MEER DAN DE MINIMALE HOEVEELHEID MATERIAAL DIE NODIG IS OM
DE ZITTINGEN OP TE WERKEN.
BOVENSTE ZITTINGOPPERVLAK
(4)
0,508 (0.020)
3
DE VERSPANING VAN HET BOVENSTE
ZITTINGOPPERVLAK DIENT GELIJK TE
ZIJN AAN DE TOTALE VERSPANING VAN
HET ONDERSTE ZITTINGOPPERVLAK
(PLUG EN ZITTINGRING). IS DAT NIET
HET GEVAL, DAN KAN DE HOUDER HET
BOVENSTE ZITTINGOPPERVLAK RAKEN
VOORDAT DE PLUG GOED OP HET
ONDERSTE ZITTINGOPPERVLAK KOMT
TE RUSTEN.
KOOI
ZITTINGRING
(4)
0,254 (0.010)
2
mm (in.)
Instructiehandleiding
D101634X0NL