Installatiehandleiding
D100260XNL4
Februari 2016
Inleiding
Deze installatiehandleiding biedt instructies voor installatie,
opstarten en afstelling. Neem voor een kopie van de
instructiehandleiding contact op met uw plaatselijke verkoopkantoor
of bekijk een kopie op www.fisher.com. Raadpleeg voor nadere
informatie de Instructiehandleiding van Type 99, D100260X012.
PED-categorie
Dit product kan in de volgende categorieën van de Richtlijn voor
drukapparatuur als een drukaccessoire met drukapparatuur
worden gebruikt. Het kan ook buiten de strekking van de Richtlijn
voor drukapparatuur worden gebruikt met toepassing van goed
vakmanschap volgens de onderstaande tabel. Raadpleeg voor
informatie over de huidige PED-versie bulletin: D103053X012.
PRODUCTGROOTTE
PED-BEPERKING
DN 50 / NPS 2
19.0 bar / 275 psig
Specificaties
Beschikbare Configuraties
Type 99L - Type 99 met Type 61L-pilot met een drukbereik van
5 mbar tot 1,4 bar / 2 in. w.c. tot 20 psig.
Type 99LD - Type 99 met Type 61LD-pilot die
een kleiner proportioneel bereik heeft dan de standaard
Type 61L-pilot.
Type 99LE - Type 99 met Type 61LE-pilot die
een groter proportioneel bereik heeft dan de standaard
Type 61L-pilot.
Type 99H - Type 99 met Type 61H-pilot met een drukbereik van
0,69 tot 4,5 bar / 10 tot 65 psig.
Type 99HP - Type 99 met Type 61HP-pilot heeft een drukbereik
van 2,4 tot 6,9 bar / 35 tot 100 psig.
Huisgrootte en Typen Eindaansluiting
DN 50 / NPS 2-huis met eindaansluitingen NPT, CL125 FF,
CL150 RF, CL250 RF, CL300 RF
Maximaal Toelaatbare Inlaatdruk
11,0 bar / 160 psig met Type 61LD-pilot;
27,6 bar / 400 psig met Type 61L, 61LE of 61H-pilot;
69,0 bar / 1000 psig met Type 61HP-pilot, in combinatie met
Type 1301F-pilot-toevoerregelaar en
Type H110-veiligheidstoestel (alleen doorlaat van 13 mm / 1/2 in.)
(Stuur)drukbereiken Uitlaat
Zie Tabel 1
Maximaal Toelaatbare Drukdaling
Zie Tabel 2
Maximale Drukken Aandrijving
In bedrijf: 6,9 bar / 100 psig
Noodgeval: 7,6 bar / 110 psig
Maximale Druk Veerhuis Pilot voor Drukbelasting
Types 61L, 61LD en 61LE: 3,4 bar / 50 psi
met speciale stalen sluitdop
Types 61H en 61HP: 6,9 bar / 100 psi
Minimale Differentiaaldruk Vereist voor Volle Slag
Zie Tabel 2
1. De druk-/temperatuurgrenzen in deze Installatiehandleiding en eventuele beperkingen conform toepasselijke normen of wetten mogen niet worden overschreden.
2. Voor stabiliteit of overdrukbeveiliging kan een pilot-toevoerregelaar in de pilot-toevoerleiding worden gemonteerd, tussen de hoofdafsluiter en de pilot.
CATEGORIE
I
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)(2)
Maximale Nominale Slag
6,4 mm / 1/4 in.
Temperatuurcapaciteiten
(1)
Nitril (NBR)/Neopreen (CR)/Nylon (PA):
-29 tot 82°C / -20 tot 180°F
Fluorkoolstof (FKM): -18 tot 149°C / 0 tot 300°F
Installatie
▲
WAARSCHUWING
De regelaar mag alleen worden geïnstalleerd of
onderhouden door gekwalificeerd personeel.
Regelaars moeten worden geïnstalleerd, bediend
en onderhouden volgens internationale en
toepasselijke wetten en voorschriften, en de
instructies van Emerson Process Management
Regulator Technologies, Inc.
De eenheid behoeft onderhoud, als de regelaar
medium lekt of er een lek in het systeem is
ontstaan. Als de regelaar niet direct buiten
bedrijf wordt gesteld, kan dit leiden tot
gevaarlijke omstandigheden.
Persoonlijk letsel, schade aan de apparatuur of
lekkage als gevolg van ontsnappend medium of
het barsten van onder druk staande onderdelen
kan het gevolg zijn, als deze regelaar onder te
grote druk wordt gezet of geïnstalleerd wordt
op plaatsen waar de bedrijfsomstandigheden
de limieten in de paragraaf Specificaties zouden
kunnen overschrijden, of waar de omstandigheden
enige waarden van het naastliggende leidingwerk
of leidingaansluitingen overschrijden.
Om letsel of schade te voorkomen dient u te
zorgen voor drukontlastings- of drukbeperkende
inrichtingen (zoals vereist volgens de
geldende voorschriften) om te voorkomen dat
bedrijfsomstandigheden de limieten overschrijden.
Bovendien kan fysieke schade aan de regelaar
leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade
veroorzaakt door het vrijkomen van het medium.
Installeer de regelaar op een veilige locatie om
dergelijk letsel en schade te voorkomen.
Reinig alle leidingen voordat de regelaar wordt geïnstalleerd en
controleer of de regelaar niet is beschadigd of verontreinigd tijdens
transport. Breng leidingmiddel aan op de buitendraad van de leiding
van NPT-huizen. Gebruik voor geflensde huizen geschikte leidingpa-
kkingen, goedgekeurde leidingen en praktijken voor schroefverbindin-
gen. Installeer de regelaar in elke gewenste positie, tenzij anders
gespecificeerd, maar zorg ervoor dat de stroomrichting door het huis
overeenkomt met de stroomrichting die wordt aangegeven door de pijl
op het huis.
Opmerking
Het is belangrijk dat de regelaar dusdanig wordt
geïnstalleerd dat de ontluchtingsopening in het
veerhuis te allen tijde vrij is van obstructies. De
regelaar moet voor buiteninstallaties
Type 99