Instructiehandleiding
D101634X0NL
Toevoegen van pakkingringen
De itemnummers die in deze procedure worden vermeld, zijn te vinden in afbeelding 22, 23, 24, 26, 29 of 31, tenzij anders vermeld.
Als een pakking met een lantaarnring (item 24) wordt gebruikt, kunnen als een tijdelijke maatregel pakkingringen boven de
lantaarnring worden toegevoegd zonder de actuator van het klephuis te hoeven verwijderen.
1. Sluit de leidingdruk naar de regelklep af, laat aan beide zijden van het klephuis de druk ontsnappen en tap aan beide zijden van
de klep het procesmedium af. Als een bekrachtigde actuator wordt gebruikt, moeten ook alle drukleidingen naar de
bekrachtigde actuator worden uitgeschakeld en moet men de druk van de actuator laten ontsnappen. Gebruik
vergrendelingsprocedures om zeker te zijn dat de bovenstaande maatregelen van kracht blijven terwijl u aan de apparatuur
werkt.
2. Verwijder de pakkingflensmoeren (item 21) en til de pakkingflens, bovenste ring en pakkingvolger (item 19, 27 en 28) van het
klephuis.
3. U kunt wellicht de oude pakkingringen boven de lantaarnring verwijderen, maar voorkom dat u de steel van de plug of de
pakkingdooswand beschadigt. Reinig alle metalen onderdelen om deeltjes te verwijderen die de goede afdichting van de
pakking kunnen belemmeren.
4. Verwijder de steelconnector en schuif de pakkingringen over het uiteinde van de steel van de plug.
5. Monteer de pakkingvolger, bovenste ring, pakkingflens en de pakkingflensmoeren (item 28, 27, 19 en 21) weer.
6. Monteer de actuatorsteelverbinding weer volgens de instructiehandleiding voor de actuator.
7. Draai de pakkingflensmoeren net voldoende vast om lekkage onder bedrijfsomstandigheden te stoppen. Controleer op lekkage
rondom de pakkingvolger als de klep in bedrijf wordt gesteld. Haal de pakkingflensmoeren indien nodig aan (zie tabel 6).
Vervangen van de pakking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het gedeelte Onderhoud in deze handleiding.
De itemnummers die in deze procedure worden vermeld, zijn te vinden in afbeelding 22, 23, 24, 26, 29 of 31, tenzij anders vermeld.
1. Sluit de leidingdruk naar de regelklep af, laat aan beide zijden van het klephuis de druk ontsnappen en tap aan beide zijden van
de klep het procesmedium af. Als een bekrachtigde actuator wordt gebruikt, moeten ook alle drukleidingen naar de
bekrachtigde actuator worden uitgeschakeld en moet men de druk van de actuator laten ontsnappen. Gebruik
vergrendelingsprocedures om zeker te zijn dat de bovenstaande maatregelen van kracht blijven terwijl u aan de apparatuur
werkt.
2. Verwijder de tapbouten in de steelconnector en scheid de twee helften van de steelconnector. Laat dan alle actuatordruk
ontsnappen, indien aanwezig, en koppel de actuatoraanvoer‐ en een eventuele lekleiding los.
3. Verwijder de borgmoer van het juk (item 32) of de zeskantmoeren (item 30), en verwijder de actuator dan van de kap (item 18).
4. Draai de pakkingflensmoeren (item 21) los zodat de pakking (item 22, 23, 209 of 210, afbeelding 3) niet strak op de steel van de
plug (item 6) zit. Verwijder de slagindicatorschijf en steelborgmoeren van de schroefdraden van de steel van de plug.
LET OP
Zorg bij het optillen van de kap (item 18) dat de plug en steel (item 5 en 6) op de zittingring (item 4) blijven zitten. Dit
voorkomt beschadiging van de zittingoppervlakken doordat plug en steel op de kap vallen nadat zij gedeeltelijk eruit zijn
getild. De onderdelen kunnen ook gemakkelijk apart worden behandeld.
Zorg dat u afdichtvlakken van de pakking niet beschadigt.
De HPD‐ en HPAD‐zuigerringen (item 8) zijn broos en bestaan uit twee delen. Laat de zuigerringen niet vallen en ga er niet
ruw mee om, anders kunnen zij worden beschadigd.
HP‐ en HPA‐kleppen
januari 2021
13