5 Installatie
5.5
Gasaansluiting
Afb.14
Aansluiten gasleiding
5.6
Aansluitingen van de luchttoevoer/rookgasafvoer
Afb.15
Aansluiten rookgasafvoer en
luchttoevoer
80/125 mm
100/150 mm
5.7
Elektrische aansluitingen
26
1. Verwijder de stofdop op de gasaansluiting
2. Monteer de gasaanvoerleiding.
3. Monteer in deze leiding direct onder de ketel ( binnen 1 meter afstand)
een gaskraan.
4. Monteer de gasleiding op de gaskraan.
Belangrijk
De gaskraan moet altijd bereikbaar zijn
1
2
3
4
AD-0000025-02
5.6.1
S Insteekdiepte 25 mm
1. Monteer de rookgasafvoerleiding en luchttoevoerleiding op de ketel.
2. Monteer de opvolgende rookgasafvoerleidingen en
luchttoevoerleidingen volgens de voorschriften van de fabrikant.
Opgelet
AD-0000034-01
5.7.1
In de tabel staan belangrijke aansluitwaarden van de besturingsautomaat.
Tab.18
Voedingsspanning
Hoofdzekeringwaarde F1 (230 VAC)
Ventilator
Aansluiting rookgasafvoer en luchttoevoer
De leidingen mogen niet steunen op de ketel.
Monteer de horizontale delen aflopend richting de ketel, met
een helling van 50 mm per meter.
Besturingsautomaat
Aansluitwaarden besturingsautomaat
onder aan de ketel.
230 VAC/50 Hz
2,5 AT
230 VAC
7684362 - v.05 - 10012019