Beschrijving
4.2.2. Als de uitvoerband geen product kan accepteren ('bezet') wanneer de
Uitvoerbeveiligingssensor (B4) wordt geactiveerd, moet de machine onmiddellijk
stoppen.
Let op
Bewaak de tijd tussen elk signaal van de invoerbeveiligingssensor (B4).
Stop en controleer de machine als het interval langer is dan verwacht.
Rotatiedetectiesensor (B6)
De Rotatiedetectiesensor (B6) bewaakt de rotatie van het onderste tandwiel van de
machine. Als de pulsfrequentie onverwachts afwijkt, kan er een storing aanwezig zijn
of volgen.
Let op
Stop de machine onmiddellijk als de pulsfrequentie van de
rotatiedetectie (B6) onverwachts afwijkt.
Sensoren voor een bidirectionele machine
Als de dragers met de klok mee en
tegen de klok in kunnen draaien
(bidirectioneel gebruik), worden er
extra sensoren geïnstalleerd.
Op de strip (A) zijn de
Invoerbeveiligingssensor (B3),
Uitvoerbeveiligingssensor (B4),
Omgekeerde invoerbeveiligingssensor
(B5) en Omgekeerde
uitvoerbeveiligingssensor (B13)
gemonteerd.
De Invoer- (B3) en
Uitvoerbeveiligingssensor (B4) worden
gebruikt voor rotatie in één richting.
De Omgekeerde invoer- (B5) en
uitvoerbeveiligingssensor (B13)
worden gebruikt voor rotatie in de
andere richting.
De Rotatiedetectiesensor (B6) wordt voor beide draairichtingen gebruikt.
26
A
B6