Veiligheidscontroles; Elektrische Veiligheid - Qimarox Prorunner mk5 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Prorunner mk5:
- Gebruikershandleiding (124 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (205 pagina's) ,
- Instructies (74 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheid
Wanneer iemand het omheinde gebied betreedt, moet de machine onmiddellijk
stoppen.
Openingen in het omheinde gebied moeten zo zijn ontworpen dat ze personen
beschermen tegen het bereiken van de gevarenzone. Wanneer dit niet mogelijk is,
moeten deze openingen worden voorzien van een veiligheidslichtscherm.
Vergrendelbare deurschakelaars en (indien aanwezig) veiligheidslichtschermen
moeten in de veiligheidscircuits worden opgenomen. Onveilige toegang moet de
machine onmiddellijk stoppen.
Voor specifieke eisen aan de veiligheidshekken, zie de CE-installatiehandleiding in
hoofdstuk 8.
Zorg ervoor dat het omheinde gebied voldoet aan de lokale wetgeving en regels voor
bescherming tegen gevaar.
Als Qimarox het veiligheidshekwerk levert, worden de specificaties opgenomen in de
lay-outtekening van de machine.
3.4.4 Veiligheidscontroles
Prestatieniveau
Noodstoppen en veiligheidscircuits moeten zijn ontworpen volgens een zogenaamd
Performance Level (PL) dat overeenkomt met de huidige norm voor
veiligheidsfuncties van een machine. Raadpleeg de CE-installatiehandleiding in
hoofdstuk 8 voor het vereiste PL van deze machine.
Noodstoppen
De machine moet één of meer noodstoppen in de veiligheidscircuits hebben
opgenomen. Wanneer één van de noodstopknoppen wordt ingedrukt, worden de
hoofdstroom, de luchttoevoer en de stuurstroom van de machine direct uitgeschakeld.
Zie de CE-installatiehandleiding in hoofdstuk 8 voor specifieke vereisten.
Veiligheidscircuit
De machine moet veiligheidscircuits hebben. Onveilige toegang moet de machine
onmiddellijk stoppen. Zie de CE-installatiehandleiding in hoofdstuk 8 voor specifieke
vereisten.
3.5 Elektrische veiligheid
Stel het motorbeveiligingsrelais in
Motorbeveiligingen moeten worden ingesteld op de nominale motorstroom. Een te
laag ingesteld relais verhindert optimaal gebruik van de motor. Een te hoog ingesteld
relais garandeert geen volledige thermische beveiliging.
Thermistorbeveiliging (TF-contact)
Voor motoren die vaak worden gestart en gestopt, met tussenpozen worden gebruikt,
een hoge schakelfrequentie of vermogensregelaar gebruiken, is het essentieel om
een motorbeveiligingsrelais en thermistorbeveiliging te gebruiken. Dit om voortijdig
schakelen van het motorbeveiligingsrelais of oververhitting van de motorwikkeling in
deze bedrijfsomstandigheden te voorkomen.
18
Advertenties
Inhoudsopgave
