•
Zorg ervoor dat u geen loshangende kleding draagt en lang of lang of los haar
vast.
•
Zorg ervoor dat er zich geen personen of voorwerpen binnen het bereik van
bewegende delen van de machine bevinden.
•
Zorg ervoor dat gebruikers alle veiligheidsregels kennen en naleven met
betrekking tot de machine en de omgeving waarin deze functioneert.
3.3.5 Onderhoud en reparatie
•
Zie ook de specifieke veiligheidsvoorschriften voor onderhoud en reparatie in
hoofdstuk 6.
•
Schakel de stroomvoorziening naar de machine uit met de hoofdschakelaar
voordat u met onderhouds- of reparatiewerkzaamheden begint. Beveilig de
hoofdvoedingsschakelaar in de uit-stand met een hangslot.
•
Schakel, indien van toepassing, de luchtservice-unit uit voordat u met
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden begint. Nadat de luchtservice-unit is
uitgeschakeld, is het noodzakelijk om alle cilinders te ontluchten.
•
Vervang beschadigde of defecte onderdelen voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
•
Veranderingen en modificaties die de veiligheid van de machine kunnen
beïnvloeden, mogen alleen worden uitgevoerd als deze veranderingen en
modificaties voldoen aan de relevante regelgeving, wetgeving, richtlijnen en
erkende industriestandaarden.
•
Als wijzigingen en aanpassingen buiten de specificaties van Qimarox in deze
handleiding vallen en Qimarox geen toestemming heeft gegeven voor wijzigingen
en aanpassingen, dan zijn de wijzigingen en aanpassingen volledig de
verantwoordelijkheid van de personen die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren
van de wijzigingen en aanpassingen.
•
Elektrische installatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
•
Veiligheidsinrichtingen mogen nooit worden omzeild of verwijderd.
•
Verwijder gereedschap of voorwerpen die op of in de machine zijn achtergebleven
voordat u de machine start.
•
Zet na het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden altijd alle verwijderde
veiligheidsvoorzieningen (hekken, kappen en andere) weer op hun plaats.
•
Neem de juiste maatregelen met betrekking tot veiligheid bij het werken op
hoogte.
3.4 Veiligheidsvoorzieningen
3.4.1 Veiligheidsuitrusting
•
Controleer maandelijks de juiste werking van de veiligheidsvoorzieningen.
•
U mag geen veiligheidsvoorzieningen op de machine demonteren, omzeilen of
uitschakelen.
•
De machine mag niet worden gestart en moet onmiddellijk buiten bedrijf worden
gesteld als ook maar één enkele machinebeveiligingsinrichting defect is.
•
Vervang na het uitvoeren van onderhoudstaken altijd alle veiligheidsvoorzieningen
die van de machine zijn verwijderd.
Veiligheid
15