Problemen oplossen
34 Onjuiste papiersoort. Controleer [papierbron]
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
•
Plaats het juiste papier of speciale afdrukmateriaal in de betreffende lade.
•
Ga na of het wiel van lade 1 is ingesteld op het soort papier in de lade. Zorg ervoor dat de papiersoort
overeenkomt met het document dat u wilt afdrukken.
•
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken met een andere lade.
•
Controleer de lengte- en breedtegeleiders en zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de lade
wordt geplaatst.
•
Zorg ervoor dat het juiste papierformaat en -soort staan ingesteld in de instellingen onder
Printereigenschappen of Afdrukken.
•
Controleer of de papiersoort correct is ingesteld. Als Soort U-lader bijvoorbeeld is ingesteld op
Universal, dient u ervoor te zorgen dat het papier groot genoeg is voor de gegevens die u wilt
afdrukken.
•
Annuleer de afdruktaak.
35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor
bronnenopslag
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
•
Druk op Continue (Doorgaan) om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken.
•
Als u Bronnen opslaan wilt inschakelen nadat u dit bericht hebt ontvangen, dient u ervoor te zorgen
dat de koppelingsbuffers zijn ingesteld op Auto. Sluit vervolgens de menu's af om de wijzigingen in de
koppelingsbuffers te activeren. Schakel de optie Bronnen opslaan in als het bericht Gereed wordt
weergegeven.
•
Installeer extra geheugen.
37 Onvoldoende geheugen, sommige wachttaken worden niet hersteld
De printer kon enkele of alle vertrouwelijke of in de wachtrij geplaatste taken op de vaste schijf niet
herstellen.
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
37 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht zijn verwijderd
De printer heeft enkele wachttaken verwijderd om de huidige taken te kunnen verwerken.
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
37 Onvoldoende geheugen voor sorteren
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
•
Druk op Continue (Doorgaan) om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en de rest van
de afdruktaak te sorteren.
•
Annuleer de huidige afdruktaak.
212