Hoofdstuk 4 - Namen van de onderdelen
3. Onderste
bedieningspaneel
1
2
3
17
16
15
18 19
20
21
27
26
25 24 23
A
Afbeelding 4-3
(1) Knop telescoop heffen
Wanneer u de knop van u afduwt, gaat de
telescoop omhoog. Wanneer u de knop
naar u toe trekt, daalt de telescoop.
(2) Knop telescooprotatie
Wanneer u de knop van u afduwt, draait
de telescoop tegen de klok in. Wanneer
u de knop naar u toe trekt, draait de
telescoop met de klok mee.
(3) Knop telescoop uitschuiven
Wanneer u de knop naar links duwt,
schuift de telescoop in. Wanneer u
de knop naar rechts duwt, schuift de
telescoop uit.
(4) Knop zwaaigiek
Wanneer u de knop van u afduwt, komt
de zwaaigiek omhoog. Wanneer u de
knop naar u toe trekt, daalt de zwaaigiek.
(5) NOODSTOP-knop
Wanneer u de NOODSTOP-knop indrukt
tot de stand "OFF", stoppen alle functies.
Wanneer u de NOODSTOP-knop uittrekt
tot de stand "ON", kunt u de machine
weer bedienen.
18
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
A
14
22
M082N300
(6) Knop platformrotatie
Wanneer u de knop van u afduwt, draait
het platform tegen de klok in. Wanneer
u de knop naar u toe trekt, draait het
platform met de klok mee.
(7) Instelknop voor de hoogte van het
platform
Met deze knop stelt u de hoogte van het
platform in.
(8) Pre-startcontroles
Bij het verrichten van de pre-
startcontroles volgt u de
instructies op en duwt u de knop
voor pre-startcontroles van u af.
(9) Niet in gebruik
(10) Knop zwaailamp (indien aanwezig)
Wanneer u de knop inschakelt,
gaat de zwaailamp branden.
(11) Niet in gebruik
(12) Selectieknop functiesnelheid
• Selecteer de stand "HAAS" om
snel te werken.
• Selecteer de stand "SCHILDPAD"
om langzaam te werken.
(13) Startknop motor / knop
noodpomp
• Wanneer u deze knop
van u afduwt zonder de
activeringsknop te bedienen,
start de motor.
• Trek deze knop naar u toe om
de machine met de noodpomp
te laten draaien. (Lees
hoofdstuk 9 voor details)
(14) Sleutelschakelaar voor bovenste
bedieningspaneel / uit / onderste
bedieningspaneel
Wanneer de sleutelschakelaar
in de linker stand staat,
werkt het bovenste
bedieningspaneel. Wanneer
de sleutelschakelaar in
het midden staat, is de
machine uit. Wanneer de
sleutelschakelaar in de
rechter stand staat, werkt het onderste
bedieningspaneel.
(15) Zekeringhouder
(16) Urenmeter
De urenteller werkt uitsluitend wanneer
de motor draait.