18
7 Afvoer aansluiting
Afvoerpomp
De afvoerpijp moet zich boven een afvoerputje, een afvoerkanaal of op een dergelijke plek bevinden.
Het hoogste gedeelte van de afvoerslang moet worden geplaatst zoals in de afbeelding.
Zorg dat er geen knikken in de slang zitten.
8 Elektrische aansluitingen
8.1 Elektrische installatie
De elektrische installatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Monteer in overeenstemming met de bedradingsvoorschriften vóór installatie van de machine een meerpolige scha-
kelaar ten behoeve van installatie- en servicewerkzaamheden.
Sluit de kabel van de machine aan op de schakelaar.
Controleer of de aarde op de juiste wijze is aangesloten.
Volg de plaatselijke voorschriften wat betreft de specificaties van de voedingskabel. Min. buitendiameter voedingska-
bel ø 10 mm.
De aansluitkabel moet in een lichte bocht hangen.
8.2 Elektrische aansluitingen
Verwarmingsalterna-
Hoofdspanning
tief
Elektrisch verwarmd
220-240V 1N ~
220-240V 1N ~
220-230V 1N ~
220-240V 3 ~
220-230V 3 ~
380-415V 3N ~
380-415V 3 ~
440V/480 3 ~
Onverwarmd
110–480V 1/3 ~
Installatiehandleiding
650 mm ± 50 mm /
25 9/16 inch ±
1 15/16 inch
Hz
Verwarmingsvermo-
50/60
2,2/2,8
50/60
50/60
50/60
50/60
50/60
50/60
50/60
4,0/4,4
50/60
Totaal vermogen
gen
kW
kW
2,4/3,0
4,4
4,6
4,4
4,6
4,4
4,6
4,4
4,6
4,4
4,6
3,6
3,8
4,3/4,7
-
0,5
max
100 mm
fig.2029A
Aanbevolen zekering
A
16
20
25
16
20
10
10
10
10