Bijvullen van papier
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier kunt
plaatsen.
Het plaatsen van papier in een
papierlade
Indien het geselecteerde papier op is of wanneer de
geselecteerde papierlade tijdens het afdrukken leegraakt,
verschijnt er een scherm op het touch panel display
waarop u wordt gevraagd papier bij te vullen.
Volg de onderstaande procedure om papier in de
papierladen bij te vullen:
VOORZICHTIG
Wanneer u papier hanteert, dient u te voorkomen dat
u uw handen snijdt aan de randen van het papier.
BELANGRIJK
•
Er verschijnt ook een scherm waarop u wordt gevraagd
papier bij te vullen wanneer de geselecteerde
papierlade niet helemaal in de machine is geschoven.
Zorg dat de papierlade correct is geplaatst.
•
Vul de papierladen nooit bij met de volgende
typen papier. U voorkomt hiermee de kans op een
papierstoring.
-
Erg gekruld of gekreukeld papier
-
Dun papier
-
Papier dat al bedrukt is door een thermische printer
-
De achterzijde van papier dat al bedrukt is door een
thermische printer
•
Waaier het papier voordat u het plaatst. Vooral
papiersoorten als dun papier, gerecycled papier,
geponst papier, dik papier en transparanten dienen
goed te worden gewaaierd voordat ze worden
geplaatst.
•
Plaats geen papier of andere voorwerpen in het lege
deel van de lade naast de stapel papier. U voorkomt
hiermee de kans op een papierstoring.
•
Als u afdrukt in de modus Nieten, verwijder dan niet de
uitgevoerde vellen papier die wachten om te worden
geniet. (Afdrukken en nieten zal worden hervat nadat u
het vastgelopen papier heeft verwijderd.)
OPMERKING
•
Registreer het formaat en type van het geplaatste
papier in [Papierinstellingen] bij [Voorkeuren]
(Instellingen/Registratie).
•
U kunt aangepaste papierformaten gebruiken.
Voor meer informatie raadpleegt u e-Handleiding >
Instellingen/Registratie > Opslaan/Bewerken/
Verwijderen van gebruikersformaten.
•
U kunt aangepaste papierformaten een naam geven,
registreren en bewerken. Voor meer informatie
raadpleegt u e-Handleiding > Instellingen/Registratie >
Opslaan/Bewerken typen gebruikerspapier.
•
De volgende papierformaten kunnen in de papierladen
1, 2, 3 en 4 worden geplaatst:
-
Papierlade 1: A3 en A4
-
Papierlade 2: A3, A4, A4R, A5R, enveloppen en
aangepast formaat (139,7 mm x 182 mm t/m 304,8
mm x 457,2 mm)
-
Papierladen 3 en 4: A3, A4, A4R, A5R en aangepast
formaat (139,7 mm x 182 mm t/m 304,8 mm x 457,2
mm)
-
Enveloppen kunnen alleen in papierlade 2
worden geplaatst als de Enveloppenaanvoer-D1 is
aangesloten.
-
Papierladen 3 en 4 kunnen alleen worden gebruikt als
de Cassette module-AF1 is aangesloten.
48
Periodiek onderhoud
•
Voor meer informatie over de papiertypen die kunnen
worden geplaatst in de Papierladen 1, 2, 3 en 4,
raadpleegt u e-Handleiding > Basishandelingen.
•
Indien tijdens het afdrukken een melding verschijnt
waarin u wordt gevraagd papier bij te vullen, dan
worden de resterende afdrukken automatisch gemaakt
nadat u het juiste papier heeft bijgevuld. Indien u
een andere papierbron selecteert, dan worden de
resterende afdrukken gemaakt nadat u op [OK] heeft
gedrukt.
•
Druk op [Annuleren] om het afdrukken te annuleren.
1
Open de papierlade.
2
1
1. Druk op de Openen-knop in de papierlade waarin u
papier wilt plaatsen.
2. Pak de greep vast en trek de papierlade zover mogelijk
naar buiten.
2
Bereid het papier voor om in de machine te
plaatsen.
Open het pak papier en neem de stapel papier uit de
verpakking.
OPMERKING
•
Gebruik voor afdrukken met een hoge kwaliteit door
Canon aanbevolen papier.
•
Waaier het papier altijd uit voordat u het in de
papierlade plaatst en maak er een nette stapel van.
Hoofdstuk
3