5.3. Elektromagnetische of andere interferentie
De ASU is getest, waarbij is vastgesteld dat deze voldoet aan de limieten voor medische apparatuur in IEC 60601-1-2:2001. Deze
limieten zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een typische medische installatie.
De ASU genereert radiofrequente energie en kan deze uitstralen. Ook kan de ASU, als deze niet wordt geïnstalleerd en gebruikt in
overeenstemming met de onderstaande instructies, schadelijke interferentie veroorzaken voor andere apparatuur in de omgeving.
Er is echter geen garantie dat er zich geen interferentie zal voordoen in specifieke installaties. De gebruiker wordt aangemoedigd
om, als de ASU schadelijke interferentie veroorzaakt voor andere apparatuur, wat kan worden vastgesteld door de ASU uit en weer
in te schakelen, de interferentie te corrigeren door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
• Heroriënteer of verplaats het ontvangende apparaat.
• Vergroot de scheidingsafstand tussen de ASU en de andere apparatuur.
• Sluit de ASU aan op een stopcontact van een ander circuit dan dat waarop de andere apparatuur is aangesloten.
• Neem contact op met de onderhoudsvertegenwoordiger van AtriCure voor hulp.
Met de informatie in de volgende paragrafen kunt u problemen met specifieke soorten interferentie oplossen, waaronder
monitorinterferentie (beeldscherm), neuromusculaire stimulatie en pacemakerinterferentie.
5.3.1. Monitorinterferentie (beeldscherm)
5.3.1.1. Continue interferentie
1. Controleer de aansluitingen van het netsnoer voor de ASU.
2. Controleer alle andere elektrische apparatuur in de operatiekamer op defecte aarding.
3. Als de elektrische apparatuur is geaard op verschillende voorwerpen in plaats van op een gemeenschappelijke aarding, kunnen
er spanningsverschillen ontstaan tussen de twee geaarde voorwerpen. De monitor kan op deze spanningen reageren. Sommige
soorten ingangsversterkers kunnen in balans worden gebracht om een optimale 'common mode rejection' te bereiken en kunnen
het probleem mogelijk verhelpen.
5.3.1.2. Alleen interferentie wanneer de ASU is geactiveerd
1. Controleer alle aansluitingen op de ASU en actieve aanvullende apparaten op vonken bij aanraking van metalen delen.
2. Als de interferentie aanhoudt wanneer de ASU wordt geactiveerd en de elektrode niet in aanraking is met de patiënt, reageert de
monitor op radiofrequenties. Sommige fabrikanten bieden RF-smoorspoelfilters aan voor gebruik in de monitorkabels. Deze filters
beperken de interferentie terwijl er een generator is geactiveerd. RF-filters beperken de kans op elektrochirurgische verbranding
op de plaats van de monitorelektrode.
3. Controleer of de aardedraden in de operatiekamer elektrisch consistent zijn. Alle aardedraden moeten naar hetzelfde geaarde
metaal leiden en de draden moeten zo kort mogelijk zijn.
4. Als de situatie niet is verholpen nadat de bovenstaande stappen zijn uitgevoerd, moet de ASU worden gecontroleerd door
gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
5.3.2. Neuromusculaire stimulatie
1. Stop de ingreep.
2. Controleer alle aansluitingen op de ASU en actieve elektroden op vonken bij aanraking van metalen delen.
3. Als er geen problemen worden vastgesteld, moet de ASU door gekwalificeerd onderhoudspersoneel worden gecontroleerd op
abnormale lekstroom van 50/60 Hz.
5.3.3. Pacemakerinterferentie
1. Controleer alle aansluitingen.
2. Bewaak patiënten met een pacemaker altijd tijdens de ingreep.
3. Houd altijd een defibrillator beschikbaar tijdens elektrochirurgie bij patiënten met een pacemaker.
4. Raadpleeg de fabrikant van de pacemaker voor specifieke aanbevelingen.
6. GEBRUIKTE SYMBOLEN
Modelnummer
UDI
Unieke hulpmiddel-ID
~
Wisselstroom
Niet-ioniserende elektromagnetische
nl | 2023-10 | P000644.H
REF
straling
SN
Catalogusnummer
Let op
Zekeringen
Aansluiting voetpedaal
20
LOT
Serienummer
Onderhoudstoegang
Equipotentiaalaansluiting
Niet steriel
Partijnummer
Fabrikant
Let op: Gevaar voor
elektrische schokken
Afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur