BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Honda-generatoren zijn ontworpen voor gebruik met elektrische
apparatuur met een passende vermogensbehoefte. Onjuist gebruik kan
persoonlijk letsel of beschadiging van de generator of overige
voorwerpen veroorzaken.
Door de aanwijzingen in dit instructieboekje en op de generator na te leven
wordt de kans op letsel of beschadiging geminimaliseerd. Hieronder
worden de belangrijkste risico's en veiligheidsmaatregelen behandeld.
Probeer nooit wijzigingen aan te brengen aan de generator. Dit kan
leiden tot ongevallen of beschadiging van de generator en aangesloten
apparatuur. Het aanbrengen van ongeoorloofde veranderingen aan de
motor maakt de EU type-goedkeuring van deze motor ongeldig.
• Monteer geen verlengstukken op de uitlaatpijp.
• Breng geen wijzigingen aan het inlaatsysteem aan.
• Wijzig de instelling van de toerentalregelaar niet.
• Verwijder het bedieningspaneel niet en wijzig de bedrading niet.
Verantwoordelijkheid van de gebruiker
Zorg ervoor dat u weet hoe u de generator in noodsituaties snel kunt
uitschakelen.
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle bedienings- en
aansluitmogelijkheden.
Zorg ervoor dat iedereen die de generator bedient de juiste instructies
krijgt. Laat de generator niet bedienen door kinderen zonder ouderlijk
toezicht.
Raadpleeg de instructies in dit handboek voor het gebruik en onderhoud
van de generator. Het niet of onjuist opvolgen van de instructies kan
leiden tot ongevallen als elektrische schokken en een toename van
schadelijke uitlaatgassen.
Neem alle wetten en voorschriften in acht die gelden op de plaats waar
de generator wordt gebruikt.
Benzine en olie is giftig. Volg voor gebruik de instructies van de
betreffende fabrikant.
Plaats de generator voor gebruik op een stevige, vlakke ondergrond.
Open geen kappen tijdens het gebruik van de generator. Dit kan leiden
tot ongevallen of beknelling van ledematen.
Raadpleeg uw Honda-dealer voor demontage- of onderhoudswerkzaam-
heden die niet in deze handleiding worden behandeld.
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3